Onze Taal en Samenleving
Vijftig jaar geleden werd het Genootschap Onze Taal opgericht en wij mogen ons gelukkig prijzen dat in de huidige tijd waarin van ons allen zoveel aandacht wordt geëist voor nieuwe ontwikkelingen in onze samenleving, de belangstelling voor het werk van ons Genootschap niet tanende is, maar juist van dag tot dag toeneemt. Moge deze belangstelling ook blijken uit een groot aantal bezoekers op ons aanstaande lustrumcongres, waaraan wij gepoogd hebben een zo feestelijk mogelijk karakter te geven. Dat behoeft niet tot uiting te komen in een zaal met veel bloemen, slingers en lampions, maar wel door de keuze van het programma en van degenen die de programma onderdelen zullen verzorgen. Het bestuur koos voor dit congres de titel:
Taal en Samenleving. Het is uiteraard onbegonnen werk om op één congresdag de relatie van taal met de zo veelsoortige sectoren binnen onze samenleving te belichten. Een keuze moest worden gemaakt, tot uiting komende in de titels van de vier inleidingen.
Wij zijn de voorzitter van de Tweede Kamer dr. D. Dolman dankbaar dat hij als vooraanstaand politicus ons van Scheveningen wil meevoeren naar het hartje van Den Haag. Een uitvloeisel van onze steeds meer ingewikkeld wordende samenleving is de problematiek van het specialisme in onze taal: is het vakjargon onvermijdelijk of moeten ook de specialisten in voor ieder begrijpelijke taal zich uitdrukken? Prof. mr. Ch. J. Enschedé die als vermaard jurist zich op zoveel terreinen in onze samenleving heeft bewogen, zal met ons deze vraag bespreken. Een sector in onze samenleving waarmede wij allen van minuut tot minuut worden geconfronteerd, is de mediawereld. Krant, radio en televisie zal het thema zijn van de eerste spreker na de lunchpauze. De verbondenheid in de taalgemeenschap met onze zuidelijke buren komt tot uitdrukking, doordat de directeur-generaal van het Belgische nieuwsagentschap Belga uit Brussel, de heer W. Vaerewijck, zich bereid heeft verklaard over dit onderwerp een inleiding te houden. De laatste sector uit onze samenleving waarvoor wij een spreker hebben uitgenodigd, zouden wij kunnen noemen de microsamenleving. De taal thuis, de taal van de jeugd, de taal op straat, op school, in het café of op het sportterrein, een onderwerp waarover de heer J.A. Noordmans zijn ongetwijfeld originele visie zal geven. Als jurist en theoloog, als bedrijfsadviseur en leider van een studentencabaret in de jaren vijftig zal hij er wel voor zorgen dat inhoud en vorm van zijn betoog het slaapduiveltje buiten het Circustheater houden.
Het bijzondere karakter van dit lustrumcongres wordt nog geaccentueerd door de plaats ingeruimd voor de jeugd; drie prijswinnaars van het in samenwerking met Shell Nederland BV georganiseerde taaltoernooi zullen met hun werkstuk voor u optreden. Enige leden van de Haagse Comedie, onder regie van Pierre Saroche, zullen u een bloemlezing aanbieden van Stijloefeningen (Excercices de Style van Raymond Queneau).
Dat onze oud-voorzitter mr. J. Klaasesz bereid is om als laatste spreker zijn eigen visie over het gesprokene te geven, zal ongetwijfeld iedere congresganger die in het verleden genoten heeft van hetgeen de heer Klaasesz te zeggen had, verheugen.
Wij hopen dat het programma voldoende aantrekkingskracht heeft om met een stampvol Circustheater op 21 november a.s. het feest van het Genootschap te vieren. Een aanmeldingskaart vindt u in dit nummer.
mr. J. Jolles
voorzitter Onze Taal