dig) spreek je net zo uit als hippies (meervoud van een inmiddels nagenoeg uitgestorven soort randverschijnsel in deze maatschappij). ■ Kent iemand meer voorbeelden van soortgelijke homofonieën (identieke uitspraak van verschillende woorden) op basis van het homofone paar uitgangen -isch/-ies? Ik heb wel een paar voorbeelden, maar vind ze niet erg sterk. In Servisch/servies wisselt het accent, zodat de uitspraak niet volledig identiek is. Manisch/manies heeft twee bezwaren: het verschil in betekenis is te klein om echt ‘leuk’ te zijn, en bovendien zou ik eerder over manieën spreken. Arisch/Aries is niet homofoon, maar wel aardig, omdat de eigenschappen die de astrologen toeschrijven aan personen die in het teken Ram geboren zijn, aardig kloppen met de eigenschappen die de rassologen van destijds
aan de zuivere Indo-europeaan, de Ariër, toeschreven. ■ Zoals bekend, gebruikte in 1973 de toenmalige minister van justitie, thans ereburger van de plaats die in broederschap verbonden is met St. Cyr l'Ecole, het woord Ariër in een pleidooi om enkele individuen uit de gevangenis te praten. Dit woordgebruik werd door velen onkisch gevonden, hetgeen minder de schuld was van de bewindsman dan van de rassologen die het woord in diskrediet hadden gebracht, zoals de excellentie zelf het woord vrouwtje een negatieve lading (extra) heeft meegegeven, en eugenietje kakogenietje werd. ■ Mw. Joh. Duyvis-Veen uit Zaandijk meldt een advertentietekst van restaurant De Walvis deze zomer: terasseren aan de Zaan. Het bijzondere van dit woordgebruik zit in de anologie met beven/bibberen, streven/stribbelen etc: terasseren (let wel: ik spreek dit woord uit met het accent op de tweede lettergreep) is een frequentatief van terassen, zoiets als vele bliksembezoekjes in korte tijd aan één of meer terassen brengen. ■ Mw. Duyvis maakt ook melding van de tekst achterop bussen: Rij op zeker. Ze schrijft: ‘Men moet dichtbij komen om dan te kunnen zien dat het om een verzekering gaat. Waarom weet ik niet, maar het prikkelt mij.’ Het lijkt mij nogal een gevaarlijke situatie, als iemand die op benzine rijdt vlak achter een rijdende bus niet langer op safe speelt, maar geprikkeld raakt. In zo'n geval geef ik de raad te denken aan de tekst die je vroeger nogal eens achter op auto's tegenkwam, met de bedoeling bepaalde prikkels te blokkeren: ‘Don't kiss me, I'm a lady’. ■ Mw. Jo Daan gaat in op de Holland-Nederland-discussie: zij vindt dat gebruik van Nederland als aanduiding beleefd tegenover al die landgenoten die niet in een van beide Hollanden wonen. Ik ben het volledig met haar eens. Toch een paar
kanttekeningen: ten eerste is in het buitenland Holland zo'n algemene naam dat je kans loopt misverstaan te worden wanneer je in informeel taalgebruik de vertaling voor Nederland gebruikt. De meeste Italianen bijvoorbeeld hebben nooit van een land gehoord dat Paesi Bassi heet, daarentegen zijn ze wel van het bestaan van Olanda op de hoogte. Als complicerende factor komt daarbij dat Nederlands als taal door niet-Hollandse Nederlanders ook vaak met Hollands wordt betiteld, in het bijzonder wanneer het dialectsprekers (of Friestaligen) betreft. ■ A.R.W. Flentge uit Amsterdam aan het woord: ‘Hetzelfde (nl. het niet erkennen van gemaakte fouten) geldt voor P.C.U.d.B. die op blz. 60 de onuitroeibare fout maakte door te schrijven “onder ogen” i.p.v. “onder DE ogen”. Een geval van lidwoord-amputatie, zoals gebruikelijk in de medische wereld: Dokter is niet aanwezig, maar zuster komt dadelijk op zaal’. ■ Als de heer Flentge nu maar niet denkt dat ik iets met de medische wereld te maken heb, dan ben ik best bereid toe te geven dat ogen best van een lidwoord voorzien had mogen worden. Dat oogt beter. ■ De vergelijking met de gewraakte zin waarin dokters, zusters en zalen chirurgisch zijn behandeld, gaat natuurlijk mank: dokter en zuster worden terecht of ten onrechte als eigennaam behandeld, en op zaal mag dan fout zijn, maar heeft een andere betekenis dan op de zaal, zoals op school wat anders betekent dan op de school. ■ Wanneer Flentge zelf spreekt over de onuitroeibare fout bedoelt hij dan dat er slechts één onuitroeibare fout is, of dat iedereen weet over welke fout het gaat als je verwijst naar de onuitroeibare fout? Of gebruikt hij het lidwoord de in wat vagere zin zoals in
hij beging de blunder van zijn leven? Dan valt het allemaal nogal mee, lijkt me. ■ De heer Camphuijsen te Purmerend waarschuwt ons dat we niet moeten denken de jaren tachtig nu al te ervaren. We zullen tot 1 januari 1981 moeten wachten. Nostalgie naar de jaren zeventig is dus nog korte tijd misplaatst.
P.C.U.d.B.