[Mededelingen]
□□□□□
■ P.M. Hamelink uit Bussum schrijft de redactie, of in deze rubriek enige voorbeelden gegeven kunnen worden waarin woorden als issue en item bruikbaar zijn. Ik haast mij (haast is het woord eigenlijk niet, nu ik ontdek dat de brief van 28 december 1979 dateert), nu dit schrijven mij weer onder ogen komt, eindelijk aan het verzoek te voldoen door een special issue te wijden aan een item dat enige professionele liefhebberende vertalers aan het denken heeft gezet. ■ De vertaalprijsvraag in het aprilnummer van dit jaar (het gaat om de weergave in het ‘Nederlands’ van O ma rettobly roted, zoals u zich wellicht herinnert) heeft de volgende oplossingen opgeleverd: Il vork ijm vrescheillekijl mor van A. Polderman; ol neb few nir van twee vermoeide typistes, Adrie Solleveld en Maud Oost; zoe het noet emer tozzen van Machteld Slagt-Prins; ok bem imtoegelijk nie van Bert Ummelen. Tenslotte komt Adri Vormaat met de volgende voorstellen (AV is tussen haakjes woonachtig op Spotnis 70210 te Damesmart): hor mor goevel uk en mi, ene lijkebrede norgeid mantibre kom, o men ville god guitepit, 'k men dollebig tuitepig, nek 'n giddebol gittepuit, benk hiddebol hippetuit. AV spreekt voor de laatste mogelijkheid een lichte voorkeur uit. ■ Zoals u weet, moet de gevraagde zin een verhaspeling zijn van een vertaling van I am terribly tired, en wel zodanig dat die verhaspeling te wijten is aan een verwisseling van nabijgelegen toetsen op de typemachine en van permutatie van letters. Zo is in het origineel consequent o met i, r met t verwisseld en is am omgedraaid. Bovendien dient het schriftbeeld in de vertaling nog steeds een ‘Nederlandse’ indruk
te wekken. ■ Bovengenoemde oplossingen zijn bedoeld als verdraaiingen van respectievelijk ik voel mij verschrikkelijk moe, ik ben erg moe, zie het niet meer zitten, ik ben ontiegelijk moe, hoe moe gevoel ik mij nu, een vreselijke moeheid overmant mij, 'k ben volledig uitgeput. De laatste zin dient als basis voor de laatste vier oplossingen van Vormaat. ■ Het is duidelijk dat Vormaat de troostprijs verdient, omdat hij door zijn veelheid van oplossingen (waarin hij ook nog Kaliuna van Pranke, bebrouwscherme van Zone Taak aanroept) kans heeft gezien de meeste fouten te maken. In al zijn voorstellen komen veel meer toetswisselingen en letterpermutaties voor dan in het origineel, maar niettemin vergezocht is - letterlijk vergezocht - als je je moet voorstellen dat iemand bijvoorbeeld op een schrijfmachine de d en de b verwisselt. Geen van de toetswisselingen in zijn oplossingen lijkt consequent: ook een manco, daar de consequentheid van de twee toetswisselingen in het origineel, het consequent toepassen dus van weinig tranformatiemiddelen, juist de charme van de verhaspeling uitmaakt. Verder zijn Vormaats basiszinnen veel te plechtstatig dan wel poëtisch, vergeleken bij het eenvoudige I am terribly tired in het Engels. ■ De oplossing van Adrie & Maud (bijna had ik geschreven Adeur & Maid) heeft als bezwaar dat ook hier een beetje te veel met letters is gesold - bovendien wekt het resultaat qua schriftbeeld nauwelijks een zin in het Nederlands te zijn. Dus Adrie en Maud: eem viktemde leer beter! ■ Beter Nederlands levert ons Machteld Slagt-Prins, maar via een minder fraaie transformatie: de verwisseling van t en z is niet waarschijnlijk, en ook niet consequent doorgevoerd. Toe hez noez emer tozzen zou consequenter zijn geweest, maar weer een minder aardig schriftbeeld opgeleverd hebben.
■ Bijna perfect is de vertaling van Bert Ummelen. Helaas ontbreekt hier de permutatie van opeenvolgende letters als in het Engels. ■ Jammer genoeg heeft Polderman niet verschriklijk als uitgangswoord in zijn zin genomen, want om een aantal redenen bevalt vrescheilkijl mij beter dan vrescheillekijl. Het door mij verbeterde woord is namelijk overzichtelijker en lijkt ook meer op vreselijk in ‘oude spelling’. Maar vooral heeft dit woord niet het bezwaar dat er een e in blijft staan die eigenlijk r had moeten worden. ■ U begrijpt ongetwijfeld hoe moeilijk mij de uiteindelijke afweging is gevallen. Het feit dat de laatste oplossing met zo weinig moeite tot een technisch juist resultaat kan worden herschreven - dat het schriftbeeld zo onherkenbaar, en toch onmiskenbaar Nederlandse allure heeft - dat de alliteratie in het origineel door het quasi-rijm vorkmor wordt weergegeven - dit alles tezamen heeft voor mij de doorslag gegeven. Ok bem sud vam nemong, sat ma eem lochte aampaddomg vam nijm kamt, se ipliddomg vam Pilsernam se bedte id. Se biekebim gaat naar hen - Virnaat niet zoch net eem kleonere attemtoe tevresem detllem. Tit zoend.
P.C.U.d.B.