Woordenboeken vervolg
bepaalde lagen van de bevolking; hoe vaak worden woordenboeken in bibliotheken gebruikt? Deze en andere vragen kan men lezen in het boekje van Günther Drosdowski e.a. Nachdenken über Wörterbücher (1977).
Het is duidelijk dat wij een antwoord nodig hebben op deze vragen, als wij tenminste willen weten wat er zeker in het woordenboek moet staan.
De lexicologie is voortdurend in beweging. Onder invloed van de sociolinguïstiek ontstaat er steeds meer aandacht voor die taalvariëteiten, die ten onrechte niet in een woordenboek zijn opgenomen, eenvoudig omdat zij niet in gedrukte teksten zijn overgeleverd. Terecht wordt door sociolinguïsten betoogd, dat de woordvoorraad in de woordenboeken arm is aan vooral vertrouwelijke, intieme woorden zoals die in bepaalde gesprekken gebruikt worden; hij vertoont vaak ook lacunes met betrekking tot informeel taalgebruik, slang en/of taboe-woorden. De roep om informanten in te schakelen bij de samenstelling van woordenboeken wordt steeds luider. Ook hierop zullen wij in een volgende aflevering nader ingaan, mede om, zoals gezegd, te onderzoeken in welke vorm lezers van Onze Taal betrokken kunnen worden bij de registratie van ons hedendaags Nederlands.
P.G.J. van Sterkenburg
Instituut voor
Nederlandse Lexicologie, Leiden.