Van Dale H. (1975)
EEND, v. (m.) (-en), 1. zwemvogelsoort; -er is een vreemde - in de bijt, een vreemde in de kring van bekenden; - 2. (scheldn.) dom persoon: het is een -. 3. goedkope auto (Citroën) in eenvoudige uitvoering met linnen dak, oorspr. spottend lelijk eendje genoemd.
De eend van Van Dale onderscheidt zich van zijn collega's o.a. door:
1. een uitvoerige, analytische definitie waar Koenen, Van Dale H(andwoordenboek) en Kramer slechts een typologie geven;
2. meer spreekwoorden, zegswijzen en andere verbindingen dan Koenen, Van Dale H. en Kramer;
3. encyclopedische informatie (zie definitie onder 1);
4. regelmatig, niet hier, geeft Van Dale citaten van negentiende- en twintigste-eeuwse auteurs, alsmede citaten uit de Bijbel;
5. de ordening van de betekenissen is etymologisch en historisch en niet volgens b.v. gebruiksfrequentie of actueel gebruik;
6. ook wordt in Van Dale veel meer verouderd materiaal opgenomen dan in de andere woordenboeken;
7. Van Dale is normatief en geeft derhalve aan of iets correct of minder correct Nederlands is.
Koenen en Kramer hebben een overzichtelijke, beknopte eend, maar tevens een kenmerkende door de aanduiding figuurlijk. Ook Verschueren gebruikt aanduidingen voor overdrachtelijk gebruik, terwijl hij bovendien afbeeldingen en zeer veel encyclopedische informatie geeft.
Veranderingen in de opbouw van woordenboeken
Wie de moeite neemt een aantal woordenboeken van de laatste honderd jaar op te slaan, zal constateren dat de opbouw tot voor kort niet noemenswaard veranderd is. Sedert een aantal jaren is daar evenwel verandering in gekomen. Aan het begin van dit artikel maakte ik reeds duidelijk dat de kritiek op woordenboeken toeneemt. Gebruikers zijn vaak teleurgesteld doordat zij een bepaald woord niet aantreffen; wetenschappers verzetten zich tegen de heerschappij van het alfabet, waardoor datgene wat bij elkaar hoort, wordt gescheiden. Men keert zich ook tegen analytische omschrijvingen die worden geconstrueerd om aan een theorie te voldoen en niet om het begrip elegant en ritmisch te typeren. Van zo'n analytische definitie geef ik nu een enkel voorbeeld:
GONG (<Mal.), m. (-s), muziekinstrument bij de Maleiers (in de Javaanse gamelan) en bij de Chinezen, als signaalinstrument (vooral om tot de maaltijd op te roepen) thans ook in Europa in gebruik, bestaande uit een soort van hangend metalen bekken met opstaande rand en al of niet met een halfbolvormige welving in het midden, waartegen met een omwonden houten klepel wordt geslagen.
De roep om een woordenboek, waarin de taalkundige vlucht die wetenschap en techniek maken, beschreven en gedocumenteerd wordt, wordt steeds krachtiger. De vraag die dringend beantwoord moet worden, luidt: welke vaktermen nemen wij wel en welke nemen wij niet op. Om dat te kunnen beoordelen zullen evenwel eerst alle vakgebieden zorgvuldig en empirisch afgebakend dienen te worden.
Er is thans duidelijk behoefte aan een definitie die het evenwicht houdt tussen volledigheid en leesbaarheid, maar vooral ook aan een definitie die samengesteld wordt met het oog op het publiek waarvoor zij bestemd is.
De gebruiker van het woordenboek krijgt eindelijk de aandacht die hij verdient. Men streeft ernaar om op de een of andere wijze een gebruikersprofiel op te stellen door het analyseren van situaties waarin eentalige woordenboeken gebruikt worden. De lexicograaf weet weinig of niets van zijn gebruikers. Hij kan daarom geen antwoord geven op vragen als: wie bezit welk eentalig woordenboek; hoe is de distributie van de verschillende woordenboeken over de verschillende bevolkingsgroepen; gebruikt men woordenboeken ook om er andere dan taalkundige vragen in op te zoeken; vraagt men vaker naar de betekenis dan naar verbuigings- en vervoegingskwesties en grammaticale zaken; zijn er gebruikssituaties die typisch zijn voor
Vervolg op pagina 38