te groepen die zich emanciperen (als ze daar gelegenheid voor, en aardigheid in hebben, wel te verstaan). Een bevoorrechte groep die een deel van haar privileges moet afstaan ten gunste van sociaal zwakkeren, emancipeert zich niet. In elk geval is het niet gebruikelijk, te spreken over ‘werkgeversemancipatie’ wanneer er voorstellen aan de orde komen om hoge hypotheekrentes niet meer voor belastingaftrek vatbaar te maken. ■ Met het voorgaande bedoel ik te zeggen dat ik van het woord mannenemancipatie hoegenaamd niets begrijp. ■ Ook de precieze betekenis van het woord seksisme ontgaat me dikwijls. Ik dacht dat een seksist iemand was met vooroordelen tegen leden van de andere sekse, zoals een racist iemand met vooroordelen tegen de leden van een bepaald ander ras is. Een man die er a priori van uitgaat dat een vrouw geen generaal zou mogen zijn, is dus een seksist. Goed, daar kan ik vrede mee hebben. Maar een directeur die liever een vijfentwintigjarige dan een vijfenveertigjarige vrouw als secretaresse wil hebben, wordt ook seksist genoemd. Begrijp mij goed, ik wil de keuze van deze directeur niet verdedigen, u mag dit individu best een krent, of een erotomaan of een ouwe snoeper noemen - maar hij heeft toch niets tegen vrouwen in het algemeen? Hij heeft alleen iets tegen
vrouwen van een bepaalde leeftijd. Een seksleeftijdist dus. Alweer een terminologische probleem de wereld uit geholpen. ■ Men (in casu Joop van der Horst) vraagt mij of ik systematisch nieuwe woorden verzamel. Nee, ik geloof van niet, en zeker niet systematisch. Zelf signaleert hij als neologisme zelfdoding als equivalent van zelfmoord. De term is, voorzover ik weet, al enige jaren ouder dan hij veronderstelt. Naar mij vaag voor ogen staat, is die door een groep onderzoekers destijds bewust gekozen om het begrip ‘suïcide’ uit de criminele sfeer te halen. ■ Diverse lezers, waarvan ik met name C.J.H. Wevers uit Epse noem, attenderen mij op het toenemende foutieve gebruik van met name als equivalent van in het bijzonder. Zoiets als: ‘de laatste jaren, en met name de afgelopen twee jaar, is het bergafwaarts gegaan.’ Volgens voornoemde zegslieden, in het bijzonder C.J.H. Wevers dus, mag je alleen met name zeggen als er ook echt een naam wordt genoemd. In zijn algemeenheid wel juist, lijkt me, maar volgens mij kun je ook met name zeggen als je bepaalde gebieden nader afbakent. In sommige gedeelten van het tijdschrift Onze Taal, met name in de vierkantjesrubriek, wordt maar wat afgeleuterd. Zoiets. ■ Mij hullend in mijn partiële anonimiteit, groet ik u,
P.C.U.d.B.