Kubus-kruiswoordraadsel
Het kruiswoordraadsel dat hiernaast begint, heeft behalve een horizontale en verticale dimensie ook nog een diepte-dimensie. Op de oneven pagina's vindt u steeds een hokjesvierkant met de omschrijvingen voor horizontaal en verticaal voor dat vierkant. De overeenkomstige hokjes van de zeven vierkanten, van voor naar achter, door de pagina's heen, vormen de diepte-dimensie. De diepteomschrijvingen vindt u hieronder.
VAN VOOR NAAR ACHTER
1.1 Woonschepen; Familielid. 1.2. Soort café; Diefstal. 1.3. Maat voor filmgevoeligheid; Kleur. 1.4. Meisjesnaam; Soort verlichting; Idem. 1.5. Voornaamwoord (Zuid. Ned.); Strop; Vader. 1.6. Kleurstof; Kruik. 1.7. Edelgas; Dood lichaam.
2.1. Paling; Afvoerbuis. 2.2. Bergplaats; Sul; Middeleeuwen. 2.3. Kledingstuk; Voegwoord. 2.4. Kruik; Non actief. 2.5. Nu; Vorm van weten. 2.6. Dun; Rivier in Nederland; Geluid van een ezel. 2.7. Boom; Godheid.
3.1. Plattegrond; Hoofddeksel. 3.2. Osmium; Elkeen. 3.3. Gebouw; Gallium. 3.4. Verblijfplaats op een schip; Boot. 3.5. Iemand die eist; Soort onderwijs. 3.6. Gelofte; Emeritus; Ambtshalve. 3.7. Neusvocht; Afstammelingen in rechte lijn.
4.1. Stof; Sprookjesfiguur. 4.2. Voegwoord; Snelle loop; Bevel. 4.3. Nachtvlinder; Val voor vissen. 4.4. Lidwoord; Persoonlijk voornaamwoord; Iers verboden leger. 4.5. Nummer; Hijswerktuig; 4.6. Bouwland rond een dorp; Kortschrift. 4.7. Vorderen; Maanstand.
5.1. Aluminium; Hooischelf. 5.2. Spraak; Voorzetsel. 5.3. Glasachtige brandverf; IJzer. 5.4. Nederlandse Algemene Keuringsdienst; Emmer. 5.5. Aartsbisschop; Schop; Lof zij God. 5.6. Soort onderwijs; Nachtegaalrietzanger. 5.7. Kleur; Noot.
6.1. Zeer; Vorm van nemen. 6.2. Vorm van water; Beryllium; Bergplaats. 6.3. Deel van de Bijbel; Meisjesnaan. 6.4. Schone schijn. 6.5 Bijbels figuur; Barium. 6.6. Wilde haver; Steekboog. 6.7. Nederlandse televisiestichting; Zuilengang.
7.1. Jaar; Plaaggeest. 7.2. Ellende; Lof. 7.3. Vorm van sissen; Edelachtbaar; Soortelijk gewicht. 7.4. Vorm van eggen; Lichtekooi (middelnederlands). 7.5. Mevrouw; Vreemde munt. 7.6. Vleeswinkel. 7.7. IJzeren staaf waaromheen een wiel draait; Rubidium; Ogenblik.
Horizontaal
1. Jongensnaam; Engels bier; Ontkennend voorvoegsel. 2. Land in Europa. 3. Inzet bij spel; Vorm van rijzen. 4. Van vouwen voorzien; Rivier in Nederland. 5. Vorm van eten; Zangstem. 6. Drank; Lopen. 7. Plant; Terreurorganisatie tijdens het naziregime.
Verticaal
1. Zoogdier; Zie aldaar; Wettelijke aansprakelijkheid. 2. Naakt; Regenworm. 3. Overste van een klooster; Redelijk wezen. 4. Plaats in Noord-Holland; Persoonlijk voornaamwoord. 5. Vorm van een; Faam. 6. Onzes inziens; Samentrekking van edel; Rest. 7. Landtong; Vulkaan in Italië.