Achteraanzetsels
Volgens Mr. M.C. Godschalk (O.T. 44 (1975), 29) houden het Engelse ‘a preposition is a word you should not use to end a sentence with’ en het Nederlandse ‘een zin beëindigen met een voorzetsel ben ik tegen’ ‘hetzelfde trucje in: het voorzetsel wordt achterzetsel. Het enige verschil is, dat in Engeland iedereen het mag toepassen.’
Over deze formulering heb ik twee opmerkingen. Ten eerste lijkt het me niet zo goed hier te spreken van ‘achterzetsel’. Dat woord bestaat nl. al; de bekende taalkundige dr. P.C. Paardekooper, en anderen met hem, gebruiken het in gevallen als ‘de tuin in’ (naast ‘in de tuin’). Maar dat is iets anders dan waar het hier om gaat. ‘Hij loopt in de tuin’ betekent dan ook niet hetzelfde als ‘hij loopt de tuin in’, terwijl ‘ik ben tegen dat voorstel’ en ‘dat voorstel ben ik tegen’ wel dezelfde betekenis hebben. Tegen in het laatste zinnetje en with in het Engelse voorbeeld hierboven noem ik daarom maar ‘achteraanzetsels’, natuurlijk zonder hiermee een serieus terminologisch voorstel te doen. Want ik vrees dat Mr. Godschalk dan zou zeggen: ‘Dat voorstel ben ik tegen’, áls hij dat zou zeggen.
Verder is het feit dat ‘a preposition is a word you should not use to end a sentence with’ wel goed Engels is en ‘een zin beëindigen met een voorzetsel ben ik tegen’ geen goed Nederlands (in ieder geval in de schrijftaal), niet ‘het enige verschil’ tussen deze twee constructies. In de Engelse zin staat een onbepaalde wijs (to end) met een daarbij behorend lijdend voorwerp (a sentence); in het Nederlands staat in zo'n geval, anders dan in het Engels, het lijdend voorwerp voorop (een zin te beëindigen), maar het voorzetsel kan dan juist niet achteraan staan. ‘Een voorzetsel is een woord dat je niet moet gebruiken om een zin te beëindigen mee’ is geen Nederlands, ook geen spreektaal.
Interessanter is overigens de vraag waarom we in het Nederlands zo'n constructie met achteraangeplaatst voorzetsel, ondanks ons gevoel dat het ‘niet mag’, toch nogal eens gebruiken. Ik geloof dat het komt door de behoefte een zinsdeel aan het begin van de zin te plaatsen, om er de nadruk op te leggen, of misschien beter: om het tot ‘topic’ te maken, waarop dan een ‘comment’ volgt. Is dat een zinsdeel zonder voorzetsel, dan is er geen probleem: naast ‘ik aanvaard dat voorstel niet’ staat ‘dat voorstel aanvaard ik niet’. Dat voorstel is dan ‘topic’, datgene waarover je praat, aanvaard ik niet is ‘comment’, datgene wat je erover zegt. Hebben we nu een zinsdeel met een voorzetsel, dan doen we hetzelfde: ‘ik ben tegen dat voorstel’ wordt dan ‘dat voorstel ben ik tegen’. Volgens ‘de grammatica’ zouden we wel kunnen zeggen: ‘tegen dat voorstel ben ik’, maar dat klinkt bijzonder vreemd. En dat zal wel komen omdat ‘dat voorstel’ en niet ‘tegen dat voorstel’ topic is, en ‘ben ik tegen’ en niet ‘ben ik’ comment. ‘Tégen dat voorstel ben ik niet’ (met sterke nadruk op tegen en niet) klinkt weer wel heel gewoon, maar dan is tégen dat voorstel heel goed op te vatten als iets waarover je wat wilt zeggen, en ben ik niet als datgene wat je erover zegt. Een soortgelijke redenering is op te zetten voor een voorbeeld