Oude woorden
De heer mr. M.C. Godschalk verrast ons telkens weer met z'n variëteit en variété. Vooral de opmerkingen in 't november-nummer over de overheid en de voorkeurspelling hebben me veel genoegen gedaan. Nu heeft hij weer iets leuks ontdekt. Uit 'n krant citeert hij ‘de gastheer (had) tal van vrienden, maagden en relaties uitgenodigd’. Welke garantie had hij? voegt de heer Godschalk er schalks aan toe.
Ik heb er het WNT op nageslagen en citeer daaruit het volgende:
‘Man en maag, in de middeleeuwen gewoon, werd later een uitdrukking voor iedereen, men vindt ook man en maagd, zeker door verbastering.’ Als voorbeeld staat een zin uit een gedicht van Willem Messchert (1979-1844): Het blonde Saartjen vraagt
Of iemand nog iets wenscht. Men weigert. Man en maagd Staan op haar wenk gereed.
Ik heb ook nog gezocht naar de betekenis van het woord ‘vriend’, dat in kombinatie met ‘maag’ (vrienden en magen) nog wel, hoewel zelden, voorkomt. Helaas loopt het WNT nog niet verder dan ‘vluwe’, zodat ik hier geen uitsluitsel vond. Gelukkig vond ik dit wel bij F.A. Stoett, Nederlandse spreekwoorden en gezegden, nl. ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’. Deze gedachte, aldus de schrijver, vindt men in de Bijbel, Spreuken 27:10, uitgedrukt met de woorden: ‘Beter is gebuur die nabij is, dan een broeder die verre is’. Met het oog op broeder in de bijbeltekst, zal vriend hier wel moeten worden opgevat in de oude betekenis van bloedverwant.
De heer Brants betreurt het, dat het woord ‘gebleven’ in de zin van ‘gesneuveld’ is verdwenen. Als dit zo was, zou ik het ook betreuren, maar ik geloof dit niet. Als voorbeeld noem ik 'n liedje uit m'n jeugd, dat ook nu nog door de Zangeres zonder Naam wordt gezongen. De kloosterzuster zegt tot de moeder, die naar haar gesneuvelde zoon zoekt:
‘Lieve Moeder, wil niet wenen,
Uwen zoon, hij is niet meer.
Hij is in den strijd gebleven,
Hij stierf voor zijn land en eer.’
Mogelijk wijkt de tekst wat af; ik citeer uit 't hoofd. In 'n ander, zeer bekend lied, heet het:
‘Als de klok van Arnemuiden
't Welkom thuis voor ons gaat luiden,
Is de vreugde soms gemengd met droefenis,
Als 'n schip op zee gebleven is.’
Hier betekent ‘gebleven’ wel niet ‘gesneuveld’, maar de grondgedachte is toch dezelfde: de bemanning is omgekomen.
‘Slecht’ betekende in de 17e eeuw en daarvoor ‘eenvoudig’, aldus de heer Brants. Akkoord, maar ook daarna is die betekenis bewaard gebleven in de berijmde psalm 19 vers 4:
En slechten wijsheid leert.
Wijlen mijn vrouw, die als kind dit psalmvers moest leren, heeft mij meer dan eens verteld, dat ze zich er steeds over verwonderde, dat God Zijn wijsheid aan slechten leerde, die er volgens haar 't allerminst recht op hadden.