De betekenis van buis is nagenoeg gelijk aan die van pijp. Pijp is in andere woordvelden eveneens aanwezig: o.a. muziek (orgelpijpen), tabak (pijp roken); een pijp is ook een gang in een konijnehol, een holle cylindervormige plooi in een halskraag. Pijp komt ook veel meer in uitdrukkingen voor.
Buis komt in modern Nederlands als tweede deel van een samenstelling (dwangbuis) meer voor dan pijp (ketelpijp). Met buis plm. 180, met pijp plm. 120 samenstellingen.