Medemenselijk(heid)
In het sept./okt.-nummer van dit blad schrijft mr. Godschalk over bovengenoemde woorden; hij vraagt zich af of ze eigenlijk wel verschillen van menselijk(heid) en meent dat de omschrijving in Van Dale tekortschiet. Zijn opvatting spruit voort uit een verkeerde mening omtrent de etymologie: medemenselijk en -menselijkheid zijn geen samenstellingen met -menselijk(heid), maar afleidingen van medemens. Daarop berust ook de omschrijving in Van Dale; de betekenis die mr. Godschalk eraan toekent: liefde tot de medemens, naastenliefde, gaat veel verder dan de etymologie toelaat. Medemenselijkheid is betrokkenheid op de medemens; wanneer men iets doet of nalaat uit medemenselijke overwegingen of uit medemenselijkheid, dan doet of laat men dat omdat het een medemens of medemensen betreft, dus personen tot wie men als mens in relatie staat. Het is dus een veel zwakkere, neutralere term dan ‘liefde tot de medemens, naastenliefde’, en als zodanig heeft het woord wel enig bestaansrecht. Een werkelijke aanwinst voor de taal kan ik het echter niet noemen.
C. Kruyskamp.