Poëzie
Poëtische stijlkenmerken blijken in staat de aandacht te trekken. Voorbeelden van alliteratie: ‘Welvaart voor de wouden’, ‘Welvaart en welzijn’, ‘Vuilbank voor vast vuil’. Eenmaal vond ik een chiasme: ‘De samenleving in tentoonstellingen, tentoonstellingen als vorm van samenleven’. Tegenstellingen komen nogal eens voor: ‘Evenbeeld en spiegelbeeld in het gebit van eeneiige tweelingen’, ‘Actie is reactie’, ‘In betrekkelijke oorspronkelijkheid’, ‘Woord en wederwoord’, ‘Parallellen en verschillen’, ‘Wel praten, niet zeuren’, ‘Avantgarde achteraf’. Een herhaling: ‘Vragen, vragen, vragen’. Zelfs een acrostichon: ‘Anders ouder worden’, en een soort enjambement: ‘Het P.v.d.A.B.C. van de onderwijsbegeleiding’. Een tenslotte de titel van een feestrede gehouden in een economische faculteit:
Wijgroeyen
vastintalen
lastonstwe
edevadersklagen
Is er al eens een stelling bij een proefschrift verschenen die vermeldt dat poëzie meer invloed heeft dan men denkt?
Mijn artikel heeft als opschrift: ‘Wat denkt u van een titel?’ Wie weet grijpen nog meer juristen, edellieden en universitair geschoolden naar ‘Onze Taal’. ... Ik laat mijn misleidende, want homonieme titel maar staan.
Bert Edens