Hr. Ms.
In Uw nummer van januari/februari 1973 staat op bladzijde 4 een artikel ‘Resten van naamvallen’. Daarin komt een passage voor over de bekende afkorting H.M. Kruiser De Ruyter, die zou moeten worden gelezen als Hare Majesteits Kruiser de Ruyter, terwijl onaanvaardbaar wordt verklaard ‘Harer Majesteits.....’ Daarbij graag een paar aantekeningen.
1. Waar die afkorting ook bekend moge zijn, heel zeker niet bij de organisatie die bij deze zaak het nauwste is betrokken, de Koninklijke marine. Daar is van het ogenblik af, dat zij Koninklijk is geworden, Zr. (later Hr.) Ms. in gebruik, direct gevolgd door de eigennaam van het schip. In dit geval dus Hr. Ms. De Ruyter. Die afkorting kan derhalve ook moeilijk anders worden gelezen dan Harer Majesteits.
2. Omdat het type schip (i.c. kruiser) niet wordt genoemd, kan bezwaarlijk ‘H.M. De Ruyter’ worden gebruikt. Hoewel De Ruyters verdiensten moeilijk kunnen worden overschat, is dat toch te veel eer, nog afgezien van het feit, dat daarmee 's mans kunne geweld zou worden aangedaan. U kunt stellen, dat een kind zal begrijpen, dat nu moet worden gelezen Hare Majesteits De Ruyter, maar datzelfde kind komt wel in moeilijkheden bij namen als H.M. Queen Wilhelmina. Een schip van die naam heeft jarenlang deel uitgemaakt van de Koninlijke marine.
3. Waarschijnlijk heeft U de Britse manier van doen voor ogen gestaan. Daar spreekt men inderdaad van H.M., maar dan onmiddellijk gevolgd door ‘S’ (voor ship) en daarna pas de eigennaam. Zouden we bij de Koninklijke marine deze handelwijze volgen, dan zou het, althans voor buitenstaanders, niet meer mogelijk zijn uit de naam af te lezen of ze te doen hebben met een schip van de Royal Navy dan wel met een van de Koninlijke marine.
4. Ik dacht, dat we het voorlopig - met Van Dale - maar moesten houden op de bekende afkorting Hr. Ms. De Ruyter te lezen als Harer Majesteits De Ruyter.
Mr. L. Brijder, Voorburg.