slechte dingen achter. Het Engels is daaronder een positief element. Het is eenvoudig, logisch, kort, gemakkelijk te leren. Het meeste van wat ons omringt en nieuw is heeft, voor het zijn term gevonden heeft, in de nationale talen reeds burgerschap verkregen onder zijn Amerikaanse benaming. Europese uitvindingen krijgen direct hun benamingen in Euro-Engels. Dit Euro-Engels vinden we veralgemeend terug in de meeste landen. Cultuurtalen, zoals Italiaans of Frans, hebben geen schijn van kans deze rol over te nemen.’ (Uit: ‘Goden & astronauten’ door Paul van Hoeydonck. Antwerpen, 1972).
4. De lijsten met in Frankrijk gebruikelijke Engelse woorden die in januari officieel door Franse zijn vervangen, zijn in Frankrijk goed ontvangen. In de Nederlandse berichten tevergeefs gezocht naar een verzuchting dat in Nederland zo'n operatie eveneens heilzaam zou zijn.
5. Uit de Winschoter Courant van 27 februari 1971: ‘Iedereen vindt het doodgewoon om naar een Russisch lied te luisteren, maar als het Gronings is, dan wordt er plotseling gezegd: ik versta het niet. Weet je wat het is: de Groningers laten zich veel te veel onder het mos stoppen. We moeten heel gauw van die discriminatie van het Gronings af. Kijk maar eens naar de teevee. Driekwart van de idioten, die ze nodig hebben voor een of ander toneelstuk, spreekt met een Gronings accent.’
Dr. Jo Daan tekent hierbij aan in het tijdschrift Taal en Tongval, 1972, blz. 92: ‘Ik geloof niet dat de teevee dit kan ontkennen. Maar misschien is het een troost (...) dat de fabeltjeskrant Teun de Stier en Greta, de koe die voortreffelijke melk levert, ook Gronings laat spreken; die twee zijn toch wel steunpilaren van het grote dierenbos.’