Het stijlverslappende ‘om’
Ik ben tegen het betoog van dr. B. Ik leerde mijn jonge opstelschrijvers in het algemeen alleen dan om te gebruiken, indien er sprake was van een doel. Deze regel gaat bijna altijd op.
‘Het stadium schijnt bereikt dat men in perskringen de gemakkelijke regel hanteert om altijd schrappen!’ zegt B. in OT september 1972. Dit is onjuist. Uit één aflevering van een weekblad noteerde ik:
1. Uiteindelijk werd het besluit om een hinderlaag te leggen genomen.
2. Men zou de terroristen toestaan om het land te verlaten.
3. De politie was erop uit om de hinderlaag uit te voeren.
4. De terroristen niet toe te staan om Duitsland te verlaten.
5. Te pogen om de bende met geweld tot staan te brengen.
6. De beslissing om geen ruil met gevangenen te verrichten.
7. Hoe moeilijk het is om tot een internationale actie te komen.
8. De enige manier om nog te winnen, zal gelegen zijn.
In al deze zinnen brengt om verslapping. Dat men iets algemeen gebruikt, is volstrekt geen bewijs voor de juistheid ervan. Men lette eens op nooit ofte nimmer. Dit komt (foutief) voor onder de vormen: nooit en te nimmer, nooit ente nimmer, nooit of te nimmer.
Bijna nooit wordt de uitdrukking juist gebruikt. Maar juist daarom is het nodig dat op deze fouten de aandacht wordt gevestigd, wat ik sedert jaren geregeld in ‘De Vacature’ doe.
dr. F.C. Dominicus.
(Red.) Het gebruik van om te is een twistpunt dat ten minste zo oud is als O.T. oud is. Er zijn voorstanders en tegenstanders. De gelegenheid elkaars argumenten te horen is tevens de gelegenheid om elkaar te verdragen.