Komma tussen twee zinnen
a. Bijvoeglijke bijzinnen. In veel grammatika's kan men lezen dat tussen antecedent en beperkende bijvoeglijke bepaling geen komma behoort te worden gezet, tussen antecedent en ‘uitbreidende’ bijvoeglijke bijzin wèl.
Dit is in overeenstemming met de uitspraak en als vuistregel juist. De jongens die geslaagd waren, mochten mee. Beperkend; een deel der jongens, namelijk zij die geslaagd waren, mochten mee. De jongens, die geslaagd waren, mochten mee. ‘Uitbreidend’; alle jongens'waren geslaagd en mochten mee. Misschien mochten de meisjes niet mee. Komma.
Naar men ziet hangt de betekenis van de zin gedeeltelijk af van de vraag of er al dan niet een komma geplaatst wordt tussen jongens en die. Voor de komma tussen waren en mochten zie d.
Om de wille van de duidelijkheid is het goed zich te houden aan het verschil in interpunctie tussen beperkende en ‘uitbreidende’ bijzin, althans voor zover het zinnen betreft die weergave zijn van gesproken taal. Is dat niet het geval, dan moet de schrijver het maar voor zichzelf uitmaken. Zo schrijft Carmiggelt in Een stoet van dwergen: Ook zijn gelaat toonde die uitdrukking van verrukking, welke men wel kan waarnemen bij woestijnreizigers, die een oase naderen, na een lange, vermoeiende tocht. De eerste drie van de vier komma's in deze zin zouden moeten vervallen als Carmiggelt zich had gehouden aan wat hierboven als mogelijkheid is uitgesproken. Hij heeft de komma's echter terecht neergezet, omdat ze de zin ‘geleden’ dus overzichtelijk maken voor het oog.
b. Als een bijvoeglijke bijzin van het antecedent gescheiden is, plaatst men wel graag een komma vóór de bijzin, ongeacht de vraag of deze beperkend of ‘uitbreidend’ is. Wel speelt de lengte van de bijzin een rol: Ik denk dat het mijn broer is geweest die in Amsterdam woont. Worden antecent en bijzin door al te veel woorden gescheiden, dan kan een komma de overzichtelijkheid niet meer redden: Ik heb over het raadsel lang zitten denken, dat je me opgegeven hebt.
c. Wat werd opgemerkt over de tussengeschoven bepaling geldt ook voor de tussengeschoven bijzin: heel vaak wordt die door een komma('s) afgescheiden:
Het is mogelijk dat zijn gehoor op zichzelf al bevredigd raakt door Sadats krijgshaftige taal en, anders dan mensen uit andere cultuurkring zouden doen, het hem niet aanrekent indien die taal niet in daden wordt omgezet.
d. Hoofdzin en bijzin, anders dan bijvoeglijke bijzin. Wanneer een van beide of beide zeer kort is (zijn), wordt er meestal geen komma gezet: Ik hoop dat je komt.... Wanneer de bijzin vooropstaat, komen in veel gevallen twee persoonsvormen naast elkaar te staan. De duidelijkheid vereist dan dat er een komma tussen beide geplaatst wordt: Als niet een van de partijen het conflict voor de Veiligheidsraad brengt, zal een ander lid van de V.N. dat moeten doen.
Staat de hoofdzin echter voorop, dan zal er in veel gevallen een voegwoord tussen hoofdzin en bijzin staan. Dat zorgt dan voor de overzichtelijkheid, zodat er geen komma nodig is (in deze is het wèl gebeurd): Op grond van de laatste berichten is de conclusie onontkoombaar dat de oorlogshandelingen ( ) in elk geval niet meer onder de categorie ‘grensincidenten’ ondergebracht kunnen worden
e. Twee hoofdzinnen. Voor het gebruik van de komma tussen twee hoofdzinnen, al of niet door een voegwoord verbonden, geldt de persoonlijke keuze. In het algemeen zal die eerder op het gebruik van een komma vallen als er geen voegwoord is, omdat dit de overzichtelijkheid bevordert. Het is echter een populair bijgeloof, dat vóór en geen komma zou mogen staan: Hij uitte de verschrikkelijkste bedreigingen, en hij voerde ze uit ook. Zijn de zinnen verbonden door een voornaamwoordelijk of een voegwoordelijk bijwoord, dan verdient de puntkomma, het leesteken voor de fijnproever, de voorkeur. Wij hebben wat over de politiek zitten praten; daarbij raakten de gemoederen nogal verhit.
Het lijkt allemaal eenvoudig; toch valt het in de praktijkniet eens mee.
Er is over de plaatsing of weglating van komma's natuurlijk nog veel meer te zeggen. Het was echter allerminst mijn bedoeling het onderwerp uitvoerig te behandelen; ik wilde slechts de aandacht vestigen op een aantal gevallen waarin de plaatsing of weglating van een komma in overweging kan worden genomen.
D. de Vries, Wageningen