Op-, uit-, af-
(Mr. J.G.D.) Wat mij in de taal wel eens verbaast, is de invloed, die uitgaat van voorvoegsels van werkwoorden, waardoor een groot aantal werkwoorden met eenzelfde stam een volkomen verschillende betekenis hebben.
Neem bv. het werkwoord geven. Opgeven, uitgeven, vergeven, afgeven, voorgeven, ingeven enz.: allemaal een volkomen verschillende betekenis ondanks het gelijkluidende stamwoord.
In het Latijn hebben wij precies hetzelfde verschijnsel, dus het is inhaerent aan de ontwikkeling van een taal. (Red.) Of het verschijnsel in elke taal optreedt, weten we niet. In de zg. Indo-europese talen wel. Woordvorming door samenstelling en afleiding is hèt middel om nieuwe woorden te smeden. De historische achtergronden van de betekenisontwikkeling zijn vaak ingewikkeld. Soms zijn de voorvoegsels niet meer ‘onafhankelijke’ woorden, bijv. be, ge, ver in beloven, geloven, verloven; be, ver, ont in bekennen, verkennen, ontkennen. Van Dale kent een zestigtal samenstellingen en afleidingen bij komen: bekomen, meekomen, aankomen, enz. Met geven zo'n dertig.