Slotwoord
door de voorzitter
Het achtste congres van Onze Taal is voorbij. Het is de dag van de woorden geweest. Maar de eerste spreker heeft gezegd dat losse woorden eigenlijk niet bestaan.
Zó ook hier. De vijf spreekbeurten hingen nauw te zamen: het woord dat nog de glans van de nieuwheid over zich heeft, het woord in zijn wezenlijke functie, het woord in de literatuur èn in alledag, het woord als weerspiegeling van gewoonte en beschaving, het woord in de traditie van alle tijden. U hebt geluisterd, u hebt met elkaar gepraat, er is een voorzitter geweest, die de voor-spreker was en nu de na-spreker is.
Kortom, er is veel Nederlandse taal óver Nederlandse taal te horen geweest.
Aarzelend zijn wij vijftien jaar geleden begonnen met de Nederlandse taalcongressen. Kordaat is in 1931 ons genootschap opgericht, zodat we in 1971 het 40-jarig bestaan hopen te vieren.
Op welke wijze?
Daarvoor roepen wij u aller hulp in. We zouden ieder van u willen verzoeken in 1971 een nieuw lid aan te brengen. Voor u toch moet het een geringe moeite zijn, om onder uw familie, vrienden of kennissen één lid te werven.
In ons maandblad houden wij u regelmatig op de hoogte van de door u bereikte resultaten. Wij rekenen op uw enthousiaste medewerking, zodat naar wij hopen eind 1971 een aanzienlijke stijging van het ledental zal zijn bereikt tot voldoening van ons allen en tevens als een feestelijke gave bij het 40-jarig bestaan van Onze Taal.