Onze Taal. Jaargang 39
(1970)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |||||||
[Nummer 10] | |||||||
SynoniemenWat is het verschil tussen afnemen en verminderen? Wat is het verschil tussen afhakken, afhouwen en afkappen? Afnemen is minder worden en verminderen eveneens. Maar, zegt een boekGa naar eind1), bij afnemen denkt men alleen aan de werking die op het ogenblik plaats heeft en verminderen drukt uit dat de toestand waarin iets verkeert, vergeleken wordt met een vorige toestand. Is dat zo? Hoe weet de woordenboekmaker dat? Probeer het maar eens in zinnen. Het aantal bezoekers neemt/vermindert elke week (af). Afhakken, afhouwen en afkappen hebben gemeenschappelijk dat er iets ‘afgeslagen’ wordt en meestal met een scherp voorwerp, bijvoorbeeld een mes, een bijl, een sabel, een zwaard. Wat deed de beul: afhouwen of afhakken of (neutraal) afslaan? Afhouwen, zegt het zelfde boek, vereist zeer veel kracht en één slag is daarbij onvoldoende; afhakken veronderstelt herhaling van de slag; afkappen heeft alleen betrekking op het afslaan van de uiteinden van een voorwerp. Er zijn puzzels waarmee veel geld is te verdienen: je moet een woord in een bestaande zin inpassen, je hebt de keuze uit twee, drie woorden. Soms wordt het een rage. Het gaat bij vlagen, uitgevers van puzzelwoordenboeken weten het.
Het leger moest na dagen strijd voor de vijandelijke macht... U hebt de keuze uit deinzen/terugtrekken/wijken.
Bij de eerste twee ga je achteruit, bij de laatste hoeft dat niet. Bij het eerste blijf je de vijand aankijken, bij het tweede draai je je om. Het eerste is onvrijwillig, het tweede doe je na een besluit te hebben genomen. Wat is het nu? Laten we het er maar op wagen: twee. Een leger kan zich ook ter plaatse doodvechten; het gaat dus achteruit op commando en het zal daarbij zijn rug keren (of zou dat niet meer zijn vluchten?) Er is geen enkel bezwaar tegen zulke puzzels, ze kunnen het taalgevoel verfijnen, maar wel moet men beseffen dat verreweg de meeste raadselzinnen weinig of niets met taalkunde te maken hebben. De woorden hebben nu eenmaal niet allemaal een precies omschreven betekenis, die voor alle gebruikers in alle situaties gelijk is. Tot het dwaze einde doorredenerende, zou men kunnen zeggen dat een woord zoveel ‘betekenissen’ heeft als het gebruikt wordt. Het begrip dat ik uitdruk met een bepaald woord kan iets anders zijn dan het begrip dat een ander met dit woord opvangt. Een woord zit niet zo maar ‘los’ in ons geheugen. Het hoort thuis in bepaalde sfeer, het heeft voor de één vaak ook een geheel andere gevoelswaarde dan voor de ander. Bij het woord oorlog denkt een twaalfjarige knaap die Indianenboeken leest, aan iets anders dan de oorlogsveteraan die de gruwelen kent. Maar er is natuurlijk een ‘gelijke noemer’ anders zou de taal onhanteerbaar zijn. | |||||||
[pagina 42]
| |||||||
Iedere taal kent synoniemen, woorden die gelijk of vrijwel gelijk in betekenis zijn. Keuze tussen woorden die gelijke betekenis hebben (dikwijls en vaak) levert niet veel moeite; men zoekt, wikt en weegt bij de woorden die zo voor driekwart elkaar bedekken maar net iets meer of iets minder geven: derhalve - dus - bijgevolg, geneigd - genegen, bar - dor - droog - schraal. Het kan zijn nut hebben eens om een zg. synoniemenwoordenboek op te slaan. Het oudste is van 1821: Woordenboek der Nederduitsche Synonimen. Sindsdien zijn er meer gekomen en de puzzelrage heeft het aantal sterk uitgebreid. Er zit echter iets gevaarlijks in. In de synoniemenlijsten zijn vrij veel verschillen achteraf ‘ingefantaseerd’ die niet op het werkelijke taalgebruik berusten. Het verschil tussen kibbelen en twisten is duidelijk, maar is een woud nu werkelijk iets anders dan een bos, dichtbij iets anders dan nabij, een zoen iets anders dan een kus? Natuurlijk kunt u niet altijd het eerste door het tweede vervangen, maar dit komt minder door het verschil in betekenis dan door het verschil in gevoelswaarde, sfeer, gebruikswaarde, stijl enz.
Maak zelf zinnen waarin duidelijk het verschil in gebruik uitkomt tussen de volgende woorden:
U zult merken dat u eigenlijk niet met één zin kunt volstaan: een hele ‘situatie’ is nodig. Overwogen moet worden over wie gesproken wordt, aan wie iets wordt medegedeeld, met welk doel enz. Sommigen zoeken bij de strijdvraag over de betekenis van een woord naar de ‘eigenlijke’ betekenis, d.w.z. ze gaan de herkomst van het woord na, de etymologie. Nu is het vaak verbluffend om te zien waar een woord vandaan komt, maar men mag aan die herkomst niet te verre gevolgen voor het hedendaagse gebruik verbinden. Barmhartig heeft iets met arm, ontfermen, erbarmen te maken en meedogend met dogen, deugen, toestaan, maar daarom ontlopen barmhartig en meedogend elkaar niet zo heel veel in betekenis. De barmhartige Samaritaan was ook meedogend. In de journalistiek en in de schone letteren vervangt de schrijver een eenmaal genoemd, opvallend woord, ter fijnere schakering of afwisseling, in het vervolg meestal door een synoniem. Afwisseling verhoogt de leesbaarheid; u moet er echter geen dogma van maken dat een woord nooit op korte afstand herhaald mag worden. In een informatief verslag, een wetenschappelijk rapport bijvoorbeeld, hoort het stijlmiddel van de afwisseling door synoniemen niet thuis. Een eenmaal gekozen woord moet zo blijven, anders is er gevaar voor verwarring. |
|