Nogmaals: aardkloot
Mag ik een opmerking toevoegen aan het artikel van G.J. Uitman, O.T. Nov./Dec. '69, blz. 69-70? Is het mogelijk dat Dr. van Puijenbroek, die in zijn proefschrift een met de historie verband houdend onderwerp behandelt, ook een historische term - misschien halfbewust - in zijn achterhoofd heeft gehad, toen hij het woord aardkloot bezigde? Waarom G. van Amerongen in een bespreking alleen aan een schuttingwoord denkt, ontgaat mij, misschien.
Het ligt voor de hand een woordenboek te raadplegen. Koenen-Endepols, 26e druk, vermeldt i.v.: verouderd voor aardbol. Dit is eigenlijk al afdoende, dunkt mij. Ter completering vermeld ik: W.N.T. I Suppl., 267, geeft voorbeelden van het woordgebruik bij o.a. Vondel en Huygens. W.N.T. I (uit 1882!) 559-560, vermeldt diverse citaten o.a. van V. d. Palm, Geel en Borger, en voegt erbij: ‘vroeger de gewone benaming, thans alleen nog in den hoogeren stijl’ (curs. van mij B.)
Tenslotte: de Statenvertaling van de bijbel bezigt het woord in Jesaja 40 vers 22: ‘den kloot der aarde’.
Dr. J. Bax.