Economisch
In het januari nummer van ‘Onze Taal’ staat: ‘En wat is het leasen van wagens anders dan het (ver)huren?’ Het is iets anders! Leasen is geen synoniem van huren of verhuren. Leasen is een bijzondere vorm van huur nl. huur op zeer lange termijn. Men kan een auto wel huren maar niet leasen voor één dag. Bij leasing van duurzame produktiemiddelen, zoals auto's huurt men die meestal voor hun gehele levensduur. Ik ken geen Nederlands woord voor deze financieringsvorm.
In vroegere nummers van ‘Onze Taal’ is wel eens meer gebleken, dat bij niet- economisten de juiste betekenis van termen uit de economische vaktaal onbekend is.
Ik schrijf ‘economisten’ en niet ‘economen’. ‘Economist’ is geen anglicisme of gallicisme. Een economist is wat anders dan een econoom. Een economist is een beoefenaar van de economische wetenschap, iemand die de economische theorie bestudeert. Een econoom is een prakticus, iemand die de huishoudelijke zaken van een organisatie beheert, bv. de econoom van een ziekenhuis en de pater-econoom van een klooster. Soms zijn economen tevens economisten.
Een bekend economisch vakblad heet terecht: De Economist. In een ander economisch vakblad komt de rubriek voor: ‘Mededelingen voor economisten’. De beroepsvereniging heet ‘Nederlands Instituut voor Economisten’.
Economist was oorspronkelijk een scheldwoord. De Physiocraten werden economisten genoemd, d.w.z. wijsneuzige theoretici. De uitgangen ‘ist’ en ‘istisch’ hebben dikwijls een pejoratieve betekenis.
‘Economisch’ is geen synoniem van ‘zuinig’, zoals u eens schreef. Zuinigheid kan zeer oneconomisch zijn. Er is een zuinigheid die de wijsheid bedriegt, d.w.z. oneconomisch is.
Voor het woord ‘trend’ bestaat al heel lang een Nederlands synoniem nl. ‘geer’. Oudere auteurs van economische boeken gebruiken het wel. Het woord is nooit gebruikelijk geworden. Ik zeg maar ‘trend’; dan word ik begrepen.
Het volgende betreft wel geen economiche vaktaal, maar ik zou toch willen opmerken dat het m.i. geen germanisme is te spreken van een encyclopedie in achttien banden in plaats van in achttien delen. ‘Band’ slaat op de wijze van binden; ‘deel’ op de redactionele indeling van de tekst, bv. ‘De twee delen van de Don Quichote van Cervantes zijn enige jaren geleden in vier banden uitgegeven’.
Drs. J.E. Nater, Den Haag