‘om’ met een gewoon telwoord: om de vier woorden begint hij te hoesten, dus hij zegt vier woorden en dan hoest hij. Hiermee komen we in een knoop, want in plaats van ‘om de derde dag’ kan men ook zeggen ‘om de drie dagen’. Men zou dan, abusievelijk, kunnen redeneren: drie dagen niet, de vierde wel, terwijl het moet zijn: twee dagen niet, de derde wel. Als we zeggen ‘om de zes bladzijden moet ik even rusten’, bedoelen wij ‘zes bladzijden lezen en na de zesde bladzijde rusten’. Zo betekent ‘om de twee dagen’ hetzelfde als ‘om de andere dag’, nl. één dag wel, één dag niet. Of kunnen wij, gelijk vele anderen, niet goed tellen?