Een gewild vervangingsmiddel geworden voor enzovoort, wekt de fraze herinneringen op aan die andere nu weggedrukte vijfwoorder: en wat dies meer zij, wel eens grappig verspeld tot: en wat die smeer zei. Eigenlijk zijn de drie stuk voor stuk een slap geval en een teken van gemakzucht. Maar dat niet alleen. Ook takt en beleefdheid jegens hoorders of lezers kunnen er een rol te spelen. Ze zijn te hanteren ofwel omdat men zelf vermoeid is, ofwel omdat men anderen niet wil vermoeien.
Nog een element is er mee verbonden: handige camouflage van onkunde. Zo zou schrijver van dit artikel geen hemelse raad weten als hij alle 200 titels van Stephen Collins Fosters liederen had moeten opnoemen. Hij wekt de indruk dat hij dit gemakkelijk zou kunnen door langs zijn neus weg te schrijven: en ga zo maar door. In werkelijkheid kent hij er maar een stuk of zes.
Het is nu al te voorzien dat de uitdrukking op den duur uit onze taal verdwijnen zal als gevolg van slijtage of oververzadiging en vooral als onze taalgebruikers gaan vermoeden dat ze uitsluitend om een eenzijdige, ongunstige reden in de mond genomen wordt. Dan is alle fraais er van af gevallen en spitsen de luisteraars zich er niet meer op wat de spreker in 's hemels naam toch bedoelen kan. Nu is er nog de intrigerende twijfel of ga maar door een uitnodiging aan luisteraar of lezer zou kunnen zijn de rest met eigen middelen en op eigen kracht aan te vullen, of dat de spreker/schrijver zich er met een Jantje-van-Leiden van af wil maken. Naargelang de eerste mogelijkheid haar kansen verspeelt en daardoor verkommert, zal de tweede langzamerhand voor de uitdrukking het graf van vergetelheid delven. Ook wanneer niemand meer in takt bij schrijver of spreker gelooft, maar eerder het voeren van een lamlendige taktiek bij hem aanneemt, zal weldra voor en ga zo maar door de doodsklok luiden.
Dit zou dan mogen heten een plausibele verwachting, maar is tevens een onzekere voorspelling. Als een parallel levert de immer groeiende hoeveelheid loze dussen goede gronden voor scepticisme in deze aangelegenheid. In tegenstelling tot de fraze en ga zo maar door heeft van de andere kant de doorsnee-dus helemaal geen zin. Het is een zuivere spreekstoplap geworden, misschien wel bij miljoenen Nederlands sprekenden in gebruik. Ik zou, met een goede dus, dus kunnen zeggen dat voorspellingen aangaande een al of niet voortbestaan van en ga zo maar door voor betwijfeling rijp blijven, want als deze dwaze dus nog immer niet het veld ruimt, klemt dat meer overtuigend voor het wel vervelende, maar soms wijze en ga zo maar door.
De regeling van taalsmaak heeft immers geen enkel individu in handen. Voor het invoeren van bepaalde idiomen, evenmin als voor het bevriezen er van bestaan onfeilbare handleidingen en recepten.
Temperamentvolle taalkundigen maken zich druk en spuien telkens hun verontwaardiging hierover, de grote rauwe massa blijkt evenwel onontvankelijk voor regelingsproeven.
Beter is het zich op een afstand te posteren en, filosoferend over deze vreemde dingen, niet zo zwaar aan ze te tillen, iets wat de gemiddelde taalexpert zal inzien en onderschrijven. Men kan er zodoende vreugde en hoeft er geen verdriet aan te beleven. De beste raad die ik hier zou willen schaffen is dus: en ga zo maar door.
Drs. T. Noordermeer, Oyen N.Br.