Sport
Voor de sportjournalisten hebben we een zwak: immers, ‘men’ zegt altijd dat ‘ze’ het nooit goed doen. Maar we weten, zij het niet uit ervaring maar in onze verbeelding, dat ze een moeilijk en ondankbaar vak hebben. Het is als bij een voetbalwedstrijd: zij die langs de lijn staan te kijken, weten het beste waar de bal heen geschoten had moeten worden.
Nooit hadden we in de schoenen willen staan van de sportjournalist die vlak vóór de 20e september een beschouwing moest leveren over de kansen van Ajax in de wedstrijd Ajax-Real. Journalisten zijn noch profeten noch tovenaars; desondanks moeten ze beroepshalve zeggen wie zou kunnen winnen. Ze kunnen natuurlijk weigeren erover te schrijven, eenvoudig omdat er geen ‘zinnig’ woord over te zeggen valt, maar dat is een laffe omzeiling van de moeilijkheid. De lezer wil graag weten wat de krant ervan denkt en de journalist moet die wens vervullen.
De prijs van de beste voorbeschouwing zouden we willen geven aan de sportredacteur van de N.R.C. (18-9-1967). Hij begint met een woordspeling: ‘Realistisch is, dachten wij, de verwachting dat de taak van Ajax óók in de thuiswedstrijd heel moeilijk, zij het niet onuitvoerbaar is.’ Dat is een taktiek die niet onbekend is voor een blad als O.T. dat over taalkwesties moet schrijven waarbij ook veel zaken zo en zo, zij het niet anders zijn. Dan volgt een klassiek staal van vriezen-of-dooien. Wie zelf in zo'n netelige toestand verkeert, doet er goed aan het nauwkeurig te bestuderen: hoewel - rekening houden - andere factoren - tot op zekere hoogte - natuurlijk - maar aan de ene kant - aan de andere kant - ook al - integendeel. Wij laten het einde hieronder volgen.
‘Hoewel wij de mening delen van degenen die zoiets als voetbalmoeheid voor een ploeg die volop in de running is nauwelijks serieus nemen, moeten we toch wel rekening houden met andere factoren. De spelers van Ajax leven, als gevolg van hun prachtige prestaties, onder een hogedrukgebied van verwachtingen en - tot op zekere hoogte - verplichtingen. Dat kan op een gegeven ogenblik ineens te veel zijn. Natuurlijk stellen wij het niet zo, dat dit nu woensdagavond in het Amsterdamse stadion plotseling zal gebeuren. Maar aan de ene kant gooit men zó veel zwaar afgewogen argumenten voor een grote triomf van Ajax in de weegschaal, dat wij er aan de andere kant toch wel deze overweging tegenover willen stellen, ook al zijn er bepaald geen tekenen van achteruitgang in kwaliteit, mentaliteit en prestatievermogen. Integendeel.’
Die alinea was een goed schot. Laat de mensen langs de lijn maar praten: zij hoeven alleen maar te kijken.