Neven
In sommige bedrijven spreekt men over nevenprodukten en over nevenkosten. Meer dan eens wordt ons gevraagd of er verschil is tussen nevenprodukt en bijprodukt. Neven is inderdaad een goed Nederlands woord, maar in samenstellingen is er een betekenisverschil aanwezig.
Als u elke keer bij de neven aan de nichten denkt, zult u de samenstellingen met neven gauw gaan vergeten: nevenkamer-nichtenkamer, nevenblik-nichtenblik. Maar met dit flauwigheidje bent u er niet. Slaan we een degelijk vaderlands boekwerk op: WNT deel IX: ‘Vooral in de 19e eeuw heeft men een groot aantal samenstellingen gevormd met neven als eerste lid. Vele daaronder zijn nabootsingen van Hoogduitsche woorden, en dikwijls dient hier neben- om datgene aan te duiden wat bij ons door bij- wordt uitgedrukt, t.w. het begrip van iets bijkomstigs, in tegenstelling met een hoofdzaak... Doch men moet daarvan onderscheiden die samenstellingen waarin neven- eenvoudig aanduidt “naast iets zijnde”, ook zonder het denkbeeld van ondergeschiktheid. Deze zijn in het Nederlandsch beter te verdedigen en drukken iets anders uit dan samenstellingen met bij-’.
En nu de neven over de grens jagen. Wij zullen helpen met een (klein) lijstje.
nevenbaan - bijbaan |
nevenaccent - bijaccent |
nevenartikel - toegevoegd artikel |
nevenbank - bijbank, hulpbank |
nevenbedoeling - bijbedoeling |
nevenbegrip - bijbetekenis |
nevenerfgenaam - medeërfgenaam |
nevenfiguur - bijfiguur |
nevenverdiensten - bijverdiensten, emolumenten |
nevenkamer - bijkamer, zijkamer |
nevenkosten - bijkomende kosten |
nevenomstandigheden - bijkomende omstandigheden |
nevenpersoon - ondergeschikt persoon, figurant |
nevenprodukt - bijprodukt |
nevenspoor - zijspoor |
Wij geloven dat de Duitse neven-woorden in onze taal aan het achteruitgaan zijn. Zijstraat, bijzaak, ondertitel, bijkantoor, zijlaan, e.d. hebben toch geen nieuwe concurrentie meer te duchten van de neven-? Het staat u natuurlijk volkomen vrij ‘nevenprodukt’ naast ‘bijprodukt’ te handhaven, maar dan moet u ‘nevenprodukt’ in ieder geval zien als een gelijkwaardig produkt niet als iets dat ‘toevallig’ ook nog voortgebracht wordt na en naast het hoofdprodukt.