Manen
Kunnen we spreken over landen op de maan? Over het antwoord hoeft niemand na te denken: ja. We kunnen ook een zilveren (en zelfs papieren) gulden gebruiken: zilver en goud bijten elkaar niet. Zo ook een gouden oorijzer, een oude juffrouw (= jonge vrouw), een plastic bord (= houten plank). Een gaspitje brandt zonder pitje (van de kaars), een kerkhof is niet meer de tuin naast de kerk en een kurk hoeft niet van kurk te zijn. De winkel staat niet alleen meer op de hoek, de schildwacht heeft geen schild, de kastelein geen kasteel, het gasthuis geen gasten. De reeks kunt u zelf voortzetten: iedereen die de verhouding naam-zaak begrijpt, kan de voorbeelden vinden.
De naam kan blijven, ook al is de zaak veranderd. Landen is oorspronkelijk een term uit de zeevaart: aan land komen. De luchtvaart heeft het woord overgenomen: uit de lucht op het land neerdalen. Aan aarden was geen behoefte, het woord was trouwens al bezet (niet alleen de elektro-technische term ‘aarden’, maar ook ‘aarden’ = ‘een aard hebben’ stamt van ‘aarde’; ‘aard’ komt immers van ‘aarde’). Een watervliegtuig landt op het water: een specifiek woord voor die operatie zou een welkome aanleiding tot enige vrolijkheid kunnen zijn... Men denke ook eens aan arriveren. Oorspronkelijk aan de oever (rive) aankomen: nu kun je aan het station arriveren.
Manen voor ‘landen op de maan’ is in onze taal trouwens onmogelijk daar het werkwoord reeds een geheel andere betekenis heeft. Hetzelfde geldt voor maning. Onze aardse terminologie wordt eenvoudig betrokken op de maan en (straks) andere hemellichamen. De Amerikaanse ruimtevaartterminologe kent geen ‘mooning’ of iets dergelijks, maar gebruikt ook ‘landing’. Het voorvoegsel geo in geologie, geofysica e.d. betekent ‘aarde’; de ruimtedeskundigen gebruiken het zonder gewetensangsten in verbindingen als ‘de geologie van de maan, de geologie van Mars’. ‘Selenologie’ en ‘areologie’ bleken te onhandig.
De Russen hebben wèl een ‘maning’, n.l. ‘priloenenije’ (‘loena’ is maan). In het Duits komt Mondung op. De Franse kranten gebruiken in hun ruimtevaartverslagen meermalen alunir en alunissage, duidelijke en - voorzover wij dat kunnen beoordelen - mooie woorden. De Franse Akademie evenwel heeft tegen die woorden geprotesteerd, sterker nog: ze met meerderheid van stemmen verworpen. De woorden atterrir en atterrissage (landen en landing) zouden duidelijk genoeg zijn. Immers, ‘terre’ betekent in die woorden niet meer ‘aarde’ of ‘Aarde’ maar eenvoudig ‘bodem, grond’. De argumentatie is taalkundig volkomen in orde. Toch geloven we dat alunir in het Frans vaste voet zal krijgen: daarvoor is het woord bij de ruimtemensen al te ver ingeburgerd. Trouwens, de Fransen vinden het een makkelijk en vooral aardig woord.
De landing van een mens op de maan zal voor onze generatie een zo onvergetelijke gebeurtenis zijn dat een apart woord de moeite waard is. De Russen hebben dat begrepen: hun priloenenije markeert de afsluiting van een heldhaftig tijdperk van voorbereiding èn het begin van een geheel nieuwe dimensie in ons leven. Het is een merkwaardig toeval dat het Engels zo'n woord niet geschapen heeft. (Zou het komen omdat ‘to moon’ en ‘mooning’ reeds bezet zijn door de betekenis ‘dromen, suffen’?). Des te merkwaardiger omdat juist de Amerikanen een uitgebreide, beeldende ruimtevaartterminologie hebben opgebouwd. Maar misschien kijken ze nog verder dan de maan, want na de ‘maning’ zal eens de ‘marsing’ moeten komen: ‘landen’ kan men overal.