op de ene en aard, zaard net op de andere regel geschreven moeten worden. Je kunt nu wel zeggen: breek niet af als je niet zeker weet hoe, maar daar is de juffrouw achter de schrijfmachine en vooral de man achter de zetmachine niet mee geholpen.
Het gaat nu niet om a-pril, roy-aal en exa-men (bekende valkuilen) maar om minister en ministerie. Het zijn van huis uit Latijnse woorden en daarmee (ook met Griekse) zijn inderdaad enige afbreekmoeilijkheden constateerbaar.
De klassiek gevormde niet bijvoorbeeld in ‘respect’ het voorvoegsel ‘re’ en een stuk van het werkwoord ‘specere’. Breekt hij op grond van dit inzicht af respect, dan komt hij in strijd met de uitspraak ‘res’, met de e van mes. In ‘bioscoop’ ziet men ‘bio(s)’ en ‘skopein’; men zou dus afbreken bio-scoop, maar de uitspraak ‘bios’, met de o van bos, leidt tot bios-coop. De Woordenlijst zegt ongeveer het volgende hierover. Een alleszins bevredigende regel is niet te geven. Enige vrijheid moet blijven. Het verdient aanbeveling, ten minste in woorden die ook voor niet klassiek geschoolden als samenstellingen doorzichtig zijn of doorzichtig te maken zijn, de Ned. regel, dat scheiding tussen de delen van de samenstelling of afleiding moet plaats hebben, toe te passen. Bijvoorbeeld woorden met ab, ad, in, im, sub, trans, anti, con, contra, dis. Dus ab-rupt, in-attent, trans-actie. De woorden met kata, meta, mono, para komen bij het afbreken overeen met Nederlandse woorden. Indien echter kata enz., om welke reden dan ook, de klinker van de tweede lettergreep verliezen, waardoor de samenstelling moeilijk te doorzien is, wordt deze als enkelvoudig woord behandeld: ca-tegorie, mo-narchie, pa-rallel.
In gevallen waarin deze aanwijzingen niet voorzien, behandele men de bastaardwoorden volgens de Nederlandse regels, dus:
1. | één tussenmedeklinker naar het volgende deel: paro-die; |
2. | twee tussenmedeklinkers worden gescheiden: amnes-tie, mi-nis-ter; |
3. | van meer dan twee tussenmedeklinkers gaan er zoveel naar het volgende deel als er aan het begin van een Nederlands woord kunnen voorkomen: ob-scuur. |
Men is gewend aan de mi-nis-ter (tweede i als pit) en twijfelt bij ‘ministerie’, daar in dit woord de tweede i meestal als de ie van piet wordt gehoord. Laten wij echter aan regel 2 denken, in het belang van de eenheid tussen ‘mi-nis-ter’ en zijn ‘mi-nis-te-rie’.