Eerlijk
Gelezen in FME (maandblad van de Fed. Metaal- en Elektrotechnische Industrie, aug. 1965) een reactie op ons artikel over Zakenbrieven:
‘Genootschap, bespaar ons de dag waarop ministers in onvervalst Nederlands op papier gaan zetten wat zij de volksvertegenwoordiging ter kennisverrijking menen te moeten voorhouden. Het is wis en waarachtig veel prettiger in de kamerstukken te lezen dat de minister met het oog op een evenwichtige groei van het sociaal-economische ontwikkelingspatroon grote betekenis hecht aan de harmonische spreiding van de nationaal-economische vermogensontwikkeling, dan dat er letterlijk staat, dat de minister op korte termijn een einde gaat maken aan de oppotterij van enkele welgestelden. Het eerste klinkt beschaafd en het andere, nee, niet onbeschaafd, maar eerlijk.
Wij voor ons geloven dat de vreugdes van het dagelijks leven meer zijn gebaat bij beschaafde dan bij eerlijke ministers. En zo lang wij nog kunnen geloven dat zij beschaafd zijn, is de kans zoveel te groter dat zij het ook zullen blijven. Nee, Genootschap, houd de ministers alstublief buiten uw overigens gerespecteerde woede. Laat ons de herinnering aan een zorgeloze vakantie blijven koesteren. Wat niet weet wat niet deert. Dat is ook goed Nederlands.’