Men zegt
dat er een meneer was die een dicteermachine had geprobeerd. Hij bracht het ding gauw terug naar de winkel, met de mededeling: ‘Die machine moet ik niet hebben. Verschrikkelijk, wat heeft dat ding een platte uitspraak.’ □ Over de uitspraak van ingenieur en energie (ggg of zzj) laten we ons niet uit. We vermoeden dat er verschil in vak, stand, leeftijd, gewest achter zit. □ Braadje is een extra beloning in de visserij. Oorspronkelijk het deel van de vangst dat de bemanning in eigen braadpan mocht stoppen. □ Dreigen en bedreigen. Het verschil is niet meer zo scherp. Dreigen - iets vervelends in het vooruitzicht stellen of als iets vervelends in het vooruitzicht zijn: hij dreigt hem met een pistool, gevaar dreigt. Bedreigen - dreigen iemand leed te doen, een gevaar zijn. Nu: ‘De wetenschap bevindt zich onder voortdurende dreiging van administratieve maatregelen.’ Wij stellen voor bedreiging, want de administratie vormt een gevaar voor de wetenschap; de wetenschap wordt bedreigd en niet gedreigd door de administratie. □ Aanvulling bij ons dus: mogelijk is dat men met dus een soort sfeer van vertrouwdheid schept: ‘Ik ben dus verhuisd.’ (de aangesprokene weet niets van die verhuizing). Door het dus van de spreker wordt een bekendheid met de situatie verondersteld. □ De nieuwe samenstelling gehoorgestoord wordt verbreid door de televisie. Er valt o.i. niet te twijfelen aan de grammaticale verkeerdheid van dit woord: mensen wier gehoor gestoord is kan men evenmin gehoorgestoord noemen als mensen wier hart gebroken is, hartgebrokenen. In het Duits en in het Engels zijn zulke samenstellingen gewoon. Het gebruik van
gehoorgestoord zal te wijten zijn aan het feit dat men naar een nieuw, zakelijk, niet met bijbetekenissen belast woord zocht. Blijkbaar is slechthorend te negatief, te pejoratief d.w.z. verbonden met ongunstige reacties. □ Chlorium werd chloor, maar fluoor van fluorium heeft het afgelegd tegen fluor. Waarom? □ Het werkwoord is glanzen en niet glansen. Wel geglansd. □ Familie van ontsparen is ontpotten, een woord van de economen dat wil zeggen dat opgepot geld weer in circulatie wordt gebracht. Een best woord. □ Wie kan het volgende woord in één keer goed lezen? Het is tulpestengelaatje. Het is te vinden in een Verordeningenblad van een Bedrijfsorganisatie en wel in Wijziging Besluit Vaststelling Richtlijnen Bestrijding Tulpestengelaatje. □ Omdraaiing in een idyllisch reisverhaal: ‘Vanuit mijn bed kan ik de kerktoren omarmen en kijken de zerken van het kerkhof mijn kamer binnen.’ □ Een bepaald soort raketten noemt men doelzoekers, maar het komt niet zelden voor dat de afstekers van deze vuurpijlen ze zelf homende projectielen noemen. □ Wij kregen van een vader een aardige zin uit een schooldictee: ‘De ruzie ontaardde in een scheldpartij omdat de man ontwaarde dat zijn kind dat niet aanvaardde, zijn broer in vrijpostigheid evenaarde en in karakter naar zijn vader aardde.’ □ Zoiets als: ‘Om zich mijmerend in de valleien en ravijnen te vermeien vermijdt hij peinzend de uitgedijde wijken’; laten we er niet over uitweiden. □ Vraag aan spraakkunstkenners: wat is er fout in de volgende zin: ‘Zij bleek niets van die sluwheid te hebben geweten en verklaarde geen medewerking te hebben verleend als zij had geweten wat er aan de hand
was.’ Kijken naar: te hebben verleend. □ Hoe vindt u die afbouw, niet van huizen maar van huurprijzen? □ Een kenner van statiebezoeken geeft de oplossing. Het is niet staatsbezoek. Een statiebezoek is een bezoek dat met veel statie gepaard gaat. □ Eendagsfles, flutfles zijn andere mogelijkheden voor weggooifles. □ Wie tegen hoogachtend bezwaren blijft koesteren, neme andere wendingen, bijvoorbeeld: met gevoelens van achting, c.q. de meeste achting, c.q. de hoogste achting. □ Voorzover wij weten betekent doka donkere kamer en behoort tot de vaktaal van de repromensen. □ Ons taalgevoel wordt blijkbaar - door het jarenlange snuffelen aan de foutheid of goedheid van woorden - stomper in plaats van scherper, getuige het volgende. Harde taalregelaars keuren af: ‘hij is vorig jaar overleden’, moet zijn ‘het vorige jaar’. Wij zien er niets fouts meer in. Zou die weglating van het lidwoord nu werkelijk een germanisme zijn? □ Je bent des kundig, d.i. kundig in dezen. Daaruit volgt dat een landbouwdeskundige, een stijldeskundige, een vervoersdeskundige een landbouwkundige, een stijlkundige en een vervoerskundige moeten zijn. Net als een sterrenkundige en een natuurkundige. Goed, maar daartegenover staat: a. deskundige is één begrip geworden met de betekenis ‘expert’ en des heeft daarin niet meer de oorspronkelijke betekenis (vgl. het eldorado); b. sterrenkundige, aardrijkskundige is een afleiding van sterrenkunde en aardrijkskunde. □ Hoe spellen we precies volgens de regels: ‘echte boeren zure zult’? □ Etymologie van Yankee volgens de beroemde Webster's New World Dictionary of the American Language: het komt van Jan Kees, dialect voor Jan Kaas, spotnaam voor een
Hollander. □ In oude, zestiende-eeuwse stadsrekeningen komt nogal eens de post allerlei voor. Eigenlijk aardiger woord dan het kleurloze moderne diversen. □ Tegen bestuurlijk hadden we, in een golf van mildheid geen bezwaar: je moet bij al dat officiële geschrijf van nu ook wat handige woorden hebben. Nu komt commissariaal. En provinciaal-statelijk. □ Weer een nieuw spelprobleem, nu over A.O.W.: ‘hij wordt beaowd.’ □ Bewapening is een militaire term. Men spreekt over wapening in de beton. Het is gewapend en niet bewapend beton.