Spelling
Vraag: Hoe breek ik af: exemplaar en mayonaise?
Antwoord: Tussen twee klinkers wordt voor en na x niet afgebroken, dus: exem-plaar. De y (uitspraak j) gaat naar het voorafgaande deel, dus may-o-nai-se. Er blijven altijd twijfels over het afbreken van vreemde woorden.
Vraag: Wat een waanzin met die tussenklanken! Hoe moet nu miere(n)hoop, pruime(n)taart, leeuwe(n)moed, tande(n)stoker?
Antwoord: Geen waanzin maar eenvoud en een beetje verstand kunnen u helpen. Wie er heus niet uitkomt, schrijve altijd een -e-. De regel is: alléén -en- als er noodzakelijk sprake is van een meervoud van het eerste lid of als het eerste lid een persoonsnaam (niet voor bepaalde vrouwen!) is. Dus: mierenhoop (één beest maakt zo'n hoop niet), miereëi (één ei, één legster), mierezuur (behoeft niet door vele mieren tegelijk te worden afgescheiden, m.a.w. zuur van een mier), miereneter (laten we aannemen, dat het tandeloze dier ze in het meervoud eet). Zo ook: pruimepit (één pit in één pruim), pruimentaart (niet zo krenterig met die pruimen), pruimemondje (een mondje dat één pruimpje gelijkt); neen, met pruimtabak is er niets aan de hand. Nu de leeuw: wij kennen eigenlijk alleen maar één, die beslist de meervoudige -en- moet hebben: leeuwentemmer. Of het moest zijn, dat in uw buurt het beroep van leeuwenfokker en leeuwenscheerder bloeit. De n-loze vorm in de leeuw-samenstellingen heeft het leeuwe-aandeel. U borstelt wel de tanden in het meervoud met de tandenborstel, maar u stookt maar één tand tegelijk met de tandestoker.