Het vijfde congres
Het Genootschap Onze Taal zal op zaterdag 10 oktober 1964 in het Kurhaus te Scheveningen zijn vijfde congres houden. Deze keer is het onderwerp: De kunst van het woord. Het bestuur is verheugd en dankbaar dat Hare Majesteit de Koningin zich bereid heeft verklaard, het Beschermvrouwschap van ons congres te aanvaarden.
In de vier vorige congressen is vooral het nut van goed taalgebruik aan de orde geweest. In Amsterdam 1955 werd gesproken over het belang van een verantwoord taalgebruik. Scheveningen 1958 hield zich bezig met de taal van de pers, de radio en de reclame. In 1960 was de taal van het bedrijfsleven en de overheid aan de beurt. Het vorige congres in 1962 behandelde het taalonderwijs op de lagere school, de kweekschool en de middelbare school.
Nu willen wij de aandacht richten op de taalkunst en daarmee op de functie van het Nederlands als drager van onze beschaving. Het begrip kunst, in verbinding gebracht met taal, lijkt op het eerste gezicht misschien ver te staan van het streven naar een juiste taalbeheersing. Wie in de oude jaargangen van O.T. bladert, moet wel de indruk krijgen dat wij propaganda maken voor wat men zou kunnen noemen een gerationaliseerde stijl: duidelijke zinsbouw, matiging in het gebruik van vreemde woorden, correcte grammatica, afkeer van confectietaal, van omslachtigheid, van eendagsmode enz. Kortom de stijl die de moderne samenleving vraagt. Het woord schoonheid is nu een woord om de mensen mee weg te jagen. Het doet zonder twijfel maar al te velen denken aan gekunstelde zinswendingen, franje van woorden, hoogdravend en brallend of versleten, negentiende eeuws. Of aan onbegrijpelijke beeldspraak, onverstaanbare dichtregels, gewilde moderndoenerij. Die afkeer van de schoonheid is wellicht ontstaan omdat de hedendaagse lezer steeds beter het onderscheid heeft geleerd tussen het echte en het onechte. En daar precies is het raakpunt tussen het streven van ons Genootschap en het onderwerp van ons congres. In het taalgebruik moet de persoon van de mens tot uiting komen: hij moet echt zijn, zonder omwegen, zonder vals verguldsel.
Zij voor wie het woord een instrument van schoonheid is, behoren de inspirerende voorbeelden te zijn voor hen die de gerationaliseerde stijl van onze moderne samenleving moeten gebruiken. Verdorring en verschraling van taal zal het gevolg zijn als men in zijn lectuur niet verder komt dan het alledaagse.
Er is een beroemd woord van de negentiende-eeuwse Engelse historicus Carlyle: ‘Shakespeare or India? If you had to surrender one to retain the other, which would you choose?’ Als je het een moest opgeven om het andere te houden, wat zou je kiezen..? Het klinkt wat onwerkelijk, wat pathetisch. De kern ervan is echter duidelijk: de beschaving van een volk is niet uitsluitend meetbaar aan zijn stoffelijk bezit, zijn welvaart, zijn sociale zekerheid.
Het Nederlands heeft als cultuurtaal een groei van eeuwen achter zich; de geschiedenis van het land is in zijn taal naspeurbaar. Het is gemaakt door het volk zelf, het is welbewust verfijnd en gesmeed door geleerden en kunstenaars. De taalkunstenaar kristalliseert in woorden al die emoties waaraan we ten prooi kunnen zijn en die we niet kunnen uiten. We zoeken krampachtig naar woorden; als we niet tevreden willen zijn met een paar banale zinnen, zwijgen we machteloos. De kunstenaar kan met het gewoonste woord, de eenvoudigste zin nu juist dat zeggen waartoe wij niet in staat zijn.
Het Genootschap zal zijn vijfde congres nu eens niet aan het nut van het woord maar aan de kunst van het woord wijden. Wij zijn er ten zeerste verheugd over dat wij bij uitstek deskundigen gevonden hebben die het onderwerp voor u zullen inleiden. Voor hun bereidheid spreken wij met nadruk onze dank uit. Dankbaar zijn wij ook dat de voordrachtskunstenaar Albert Vogel ons congres met zijn woordkunst komt opluisteren.
Een congres van Onze Taal is geen congres van vakspecialisten; het verzamelt mensen voor wie het vraagstuk van een juist taalgebruik van grote betekenis is. Het stelt - aldus een groot weekblad - onze taal in voortdurende discussie en slechts daardoor kan een wezenlijke belangstelling worden gewekt, die de enige garantie is voor een zoveel mogelijk zuiver houden van de taal.
De meesten van ons zijn krachtens hun functie of beroep bij voortduring betrokken bij het openbare taalverkeer. Daarom nodigen wij u hierbij uit; wij hopen u in Scheveningen te kunnen begroeten.
Het congres is vrij toegankelijk. In de pauze wordt aan de deelnemers gelegenheid geboden om in het Kurhaus de koffiemaaltijd te gebruiken; de prijs van deze maaltijd is f 4, -. Wij verzoeken degenen die van deze gelegenheid gebruik willen maken, van te voren het bedrag over te maken op de girorekening van de penningmeester van Onze Taal, 181661 te Leiden. Wij zullen hun dan een bewijs van betaling sturen.