Onze Taal. Jaargang 33
(1964)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdOp weg naar de analyseEen jaar geleden hebben we een zin als ‘de ambtenaar verricht de beoordeling’ in bescherming genomen en ervan gezegd dat niet in allen gevalle ‘de ambtenaar beoordeelt’ beter is. De beoordeling is hier een woord voor een hogere abstractie, het betekent een proces, een werkwijze, niet een actie zoals die wordt uitgedrukt in: hij beoordeelt. De beoordeling is niet een willekeurig uitgesproken mening: ik vind hem goed of slecht, maar een verrichting die bestaat uit een langdurig onderzoek waarna een uitvoerig gemotiveerd oordeel volgt op grond waarvan dingen gaan gebeuren. Er is evenwel nog een kant aan de kwestie. In de loop der eeuwen is er een structuurverandering in vele talen merkbaar geworden die men heeft geschetst als de overgang van synthese naar analyse. Beroemd is het voorbeeld van de gotische werkwoordsvormGa naar eind1) habaidedeina. In deze ene vorm kan men zeven dingen vaststellen: de persoon, het getal, de tijd, de wijze, de klasse van het werkwoord, de groep van deze werkwoords-klasse en ten slotte het feit dat het woord een werkwoordsvorm is. Het Nederlands drukt het begrip uit in vier woorden: zij zouden gehad hebben. Na het samenvallende in één woord is het uit elkaar halende in vier woorden gekomen. Sommige talen hebben op enige punten nog overblijfselen die op een synthetische structuur wijzen. De zg. aanvoegende wijs is daarvan een voorbeeld. Deze vorm leeft niet meer in onze taal; een uitdrukking als ‘het zij zo’ zullen we in normale taal analytisch omschrijven met ‘ik hoop dat het zo zal zijn’ of iets van dien aard. Het Russisch is in de werkwoordsvormen nog sterk synthetisch: allerlei bijbetekenissen, die de aangeduide handeling iets wijzigen, kunnen in die taal door middel van vormverandering van het werkwoord worden weergegeven. In het Nederlands is zo'n systeem onbekend. Wel kunnen ook wij in sommige gevallen met een voorvoegsel een soortgelijk resultaat bereiken: krijgen - verkrijgen, of met een samenstelling: eten - opeten. Meestal is het woord zelf of het verband waarin het gebruikt wordt, al voldoende. Anders biedt een bijwoord een volkomen gelijkwaardige hulp: hij klopte telkens, hij klopte voortdurend, of een omschrijving: hij bleef maar kloppen. Die omschrijving met ‘hulp’-werkwoorden blijkt het teken te zijn dat een taal meer en meer analytisch wordtGa naar voetnoot2). Voorbeelden: dat kan waar zijn, dat mag waar zijn, dat zal waar zijn, dat moet waar zijn, dat wil waar zijn, ik ga lezen, ik kom vliegen, ik blijf schrijven, ik loop te fluiten, ik lig te zingen, ik zit te lachen, ik sta te wachten, ik ben aan het roken, ik raak aan het fantaseren, dat valt te bezien, enz. enz. Al deze gevallen kunnen niet in één en dezelfde klasse worden ondergebracht, maar gemeenschappelijk hebben ze dat de | |||||
[pagina 26]
| |||||
hulpwerkwoorden een bepaalde schakering in het door het hulpwerkwoord aangeduide begrip aanbrengen. In de schoolgrammatica leerden we vroeger modaliteit kennen. Filosofisch werd dat gekenschetst als ‘de verhouding waarin naar het oordeel van de spreker, de inhoud ervan staat tot de werkelijkheid’Ga naar voetnoot3). Geen scholier die zoiets kon begrijpen... Genoeg was dat je bijwoorden als misschien, waarschijnlijk, stellig, vermoedelijk leerde onderscheiden als ‘bijwoorden van modaliteit’. Oud-gymnasiasten zullen zich zeker herinneren dat met dit soort bijwoordjes menigmaal een goede vertaling van een moeilijke werkwoordsvorm uit de klassieke talen vertaald kon worden; daarmede hebben ze - waarschijnlijk zonder het te weten - het analytische karakter van het Nederlands vastgesteld tegenover het synthetische van de klassieke talen. Nu wordt er in stijllessen wel eens op gewezen dat één kernachtig werkwoord beter is dan een omschrijving en wij zullen de laatsten zijn om tegen die raad bezwaar te maken. Maar er is iets anders: het kan zijn dat de omschrijving met hulpwerkwoord beter de situatie schildert dan dat ‘kernachtige’ werkwoord. We herinneren ons een geval waarin een voorzitter het zinnetje van de notulen ‘de maatregel werd niet in behandeling genomen’ wilde veranderen in ‘de maatregel werd niet behandeld’. Is dit wel precies hetzelfde: behandelen - in behandeling nemen? Zeg het niet met drie woorden, als je het met één woord kunt, natuurlijk; maar als je met drie woorden iets meer en iets anders kunt zeggen, geldt dan die spreuk van efficiency ook nog? Een onlangs verschenen Duitse studie over omschrijvingen (bijvoorbeeld: zur Entscheidung bringen in plaats van entscheiden) brengt terecht dit type onder bij de middelen die de moderne talen bij hun analyserende tendenties rijk zijn gewordenGa naar voetnoot4). De schrijver van deze studie gaat uit van het type ‘hulpwerkwoord + zelfstandig naamwoord’ dat voorkomt naast en in plaats van het type ‘hoofdwerkwoord’. In het Nederlands komt dit verschijnsel eveneens voor, bijvoorbeeld: ten uitvoer brengen - uitvoeren, Als omschrijving van de lijdende vorm zien we het type, bijvoorbeeld in: in behandeling komen - behandeld worden, De kern is een zelfstandig naamwoord: stilstand, werking, contact, beweging; de hulpwerkwoorden geven een bepaalde schakering aan het begrip: tot stilstand komen (brengen), in werking stellen, in contact komen (brengen), in beweging zetten. Sommige stijlcritici zien in die omschrijving een typisch voorbeeld van de bureaucratische stijl:: gewichtig doen, een woordengordijn om het begrip spuiten. Het blijkt echter dat zo'n kritiek in menig geval eenvoudig ernaast is. Het gebruik van de hulpwerkwoorden en de voorzetsels (in werking, tot stilstand, tot ontwikkeling) heeft de mogelijkheid tot een nauwkeuriger analyse van het aan te duiden feit geschapen. In behandeling brengen, nemen geeft een fase aan, het aspect van de voorbereiding, van de trapsgewijze bespreking komt erin tot uiting; het simpele werkwoord behandelen doet dit niet, althans niet zonder nadere toevoeging. Dit type heeft nog het voordeel dat er door de omschrijving een zekere waardigheid van de handeling tot uiting komt. De minister zette de machine aan is goed voor de huiselijke handeling, de minister stelde de machine in werking is de officiële daad. Zo kan men zijn teleurstelling, zijn spijt, zijn deelneming tot uitdrukking brengen. Inderdaad kan de omschrijving (vooral met -ing, zie O.T. mei 1963) totaal overbodig zijn; de stijl wordt daardoor wat opgeblazen: moeilijk doen wat makkelijk is. Men spreekt dan soms van substantivitis (eigenlijk een vreemde term, want -itis duidt op een ontsteking, dus hier aan het substantief). Maar aan de andere kant moet men leren inzien dat de stijl met zelfstandige naamwoorden in plaats van hoofdtelwoorden zijn voordelen kan hebben, met name:
Bij de toelichting op de bepalingen bij het overwerk in het Algemeen Rijksambtenarenreglement stond de volgende zin: ‘De regeling is alleen van toepassing indien deze verschuiving plaatsvindt nadat daarvan mededeling is gedaan aan de betrokken ambtenaar.’ Gaat u maar eens na of u de zin beter kunt maken door van de regeling, toepassing, verschuiving en mededeling een werkwoord te maken. |
|