Ter illustratie: de naamgeving in de militaire bevoorrading
Hoe groter het aantal te coderen artikelen, des te groter het aantal te geven namen en moeilijkheden daarbij. De Nederlandse krijgsmacht heeft - verdeeld over marine, leger en luchtmacht - zo'n 750.000 artikelen in beheer, - van simpele lucifers tot iets minder simpele zelfdichtende benzinetanks en beslist niet simpele radarinstallaties. Die honderdduizenden artikelen vragen wel niet om evenzoveel namen, maar 25.000 hebben ze er toch wel nodig
De eerder geschetste gevaren maken het noodzakelijk om eenheid te brengen in het gebruik van de namen. In alle fasen van de bevoorrading moet dezelfde naam hetzelfde betekenen, en moet een andere naam iets anders betekenen. Bij de aanschaffing, vervoer, opslag, aanvrage, verstrekking, inlevering, afvoer en verantwoording moet ‘breekijzer’ een breekijzer betekenen, ook al betekent het voor sommigen een koevoet. En het mag niet gebeuren dat iemand het een koevoet noemt; gebeurt het wel, dan komt er gegarandeerd een koevoet waar een breekijzer had moeten wezen. In normale tijden veroorzaakt dit overbodige kosten en boze gezichten. Er is evenwel weinig fantasie voor nodig om in te zien dat de gevolgen heel wat tragischer kunnen zijn, als de synoniemen hun spel spelen met belangrijker zaken, zeker wanneer dit gebeurt in tijden van spanning.
Van de twee aangegeven wegen: synoniemen vermijden en overkoepelende namen gebruiken, is de eerste het eenvoudigst (althans om te volgen, niet om te banen). Iedereen ziet wel in dat het praktisch mogelijk en nodig is om uit synoniemen een keus te doen en de overige namen buiten officieel gebruik te stellen. De enige moeilijkheid is welk synoniem te kiezen. De motieven voor een keuze kunnen van geval tot geval verschillen. Bijvoorbeeld ‘bandafnemer’ is verkozen boven de synoniemen bandenlichter en bandenlepel: het artikel is bedoeld om banden af te nemen, het lichten is alleen het middel daartoe. de lepelvorm is betwistbaar, is niet absoluut kenmerkend en gaat niet altijd gepaard met de lepelfunctie. In een ander geval had ‘betonstaal’ de voorkeur boven ‘bewapeningsstaal’, omdat ‘bewapening’ - dat eenzinnig is in het bouwbedrijf - in de militaire sfeer dubbelzinnig is, met bovendien de nadruk op de betekenisonderscheiding die hier juist niet is bedoeld.
De tweede weg naar vermindering van het aantal namen: één overkoepelende naam in plaats van een reeks soortnamen, vereist een meer principiële aanpak en verantwoording. Als naamgeven is: onderscheiden (en dat is het), dan behoren zeker in een codesysteem verschillende namen verschillende complexen van gegevens te betekenen. We hebben gezien dat de differentiatie van verwante artikelen niet geheel afhankelijk kan worden gemaakt van de naam. Immers verschillende namen - bijvoorbeeld naaimachinelamp, druppellamp, kerstboomlamp, linealamp - maken volstrekt niet duidelijk waarin die zaken nu eigenlijk verschillen; en wat nog erger is: ze verdoezelen datgene waarin die zaken fundamenteel overeenkomen. Juist op dit punt heeft de Nederlandse krijgsmacht een codesysteem in gebruik genomen, waarin de kracht van de namen: onderscheiden van verschil, principieel wordt uitgebuit, en waarin de zwakheid van de namen: verdoezelen van overeenkomst, praktisch wordt uitgebannen. Bepaalde verwante artikelen worden aangeduid met één gemeenschappelijke naam. Bij deze naam behoort een vragenlijst (beschrijvingsschema); de antwoorden daarop voltooien de identificatie die de naam begonnen is. Omdat de verschillende namen als druppellamp, kerstboomlamp en naaimachinelamp geen garantie zijn voor zakelijk verschil of zakelijke overeenkomst, worden ze met lotgenoten bijeengebracht onder de naam ‘gloeilamp’. In het beschrijvingsschema worden de vragen naar de technisch belangrijke kenmerken gesteld. Die werkelijke kenmerken worden in de antwoorden zwart op wit aangegeven vanuit aanwijsbare, zakelijke bronnen; ze worden niet overgelaten aan oncontroleerbare, twijfelachtige en tegenstrijdige semantische visies van de betrokkenen. De werkelijke kenmerken worden achterhaald, en allerlei vermeende verschillen en overeenkomsten worden als zodanig ontmaskerd, telkens wanneer de beschrijving van een nieuw aangemeld artikel wordt vergeleken met een
bestaande beschrijving.
Deze naamgeving heeft ook succes in gevallen dat naast de ruime naam nog geen specialistische namen bekend zijn. Door het identificeren komen die namen haast vanzelf uit de administratie naar voren.
Behalve dat deze wijze van naamgeven ertoe bijdraagt