Nog eens wat joe en nonjoe
Hieronder nog eens een lijstje met twee kolommen: u zult ze herkennen. Voor hen die niet begrijpen waarover het gaat, is er nog wel een exemplaar van O.T. juli 1962 en nov. 1962 over. Links joe, recht nonjoe. U behoeft het helemaal niet eens te zijn met de scheiding. Degene die ons de woorden gestuurd heeft, merkte er bij op: ‘Het verschil is stellig niet gebonden aan welvaartspeil: nonjoe komen we in steeds toenemende mate tegen bij bezitters van dure wagens. Joe is niet aan te leren; daarom is de strijd op papier ervoor (of liever de strijd tegen de nonjoe) m.i. bijvoorbaat verloren.’ U kent ons standpunt: wij hebben het verschijnsel vorig jaar gesignaleerd en we geven nu alleen maar door, zonder commentaar. Wie zich daaraan ergert, ergere zich.
Ergens aan huis komen. |
Ergens over de vloer komen. |
Neusbloeding. |
Bloedneus. |
U lijkt goed (foto). |
U staat er mooi op. |
Dank U zeer. |
Dank U beleefd. |
De planten staan goed. |
De planten staan er goed bij. |
Gedistingeerd. |
Keurig. |
Was hij goed gestemd? |
Was hij goed te spreken? |
.................................... |
Moet U horen. |
Ik vind het hier prettig. |
Ik heb het naar me zin. |
Een stevige baby. |
Een bul. |
Ik merkte het niet. |
Ik had er geen erg in. |
Hij drinkt graag een borrel. |
Hij houdt van een glaasje. |
Wat mag ik U geven? |
Wat zult U gebruiken? |
Dat heb ik van Jan gekregen. |
Dat heb ik van Jan gehad. |
Zeker, mevrouw. |
Zeker, dame. |
Hoe is het mogelijk? |
Hoe bestaat het? |
Daar wist hij niet op te antwoorden. |
Daar had hij niet van terug. |
Heb je iets tegen me? |
Heb je wat op me te zeggen? |
Een jong paar. |
Een jong stel. |
Werkelijk waar! |
Gerust waar! |
Op kousen. |
Op kousevoeten. |
Ik drink nooit melk. |
Ik drink nooit geen melk. |
Ergens lust in hebben. |
Ergens idee in hebben. |
Daar, hier. |
Daarzo, hierzo. |
Daarmee kan men in zijn levensonderhoud voorzien.
daar kan men van bestaan. |
Daar zit een boterham in. |
Ik heb iedere dag hoofdpijn. |
Ik heb alle dagen hoofdpijn. |
Dat komt tegenwoordig niet meer voor. |
Dat is er niet meer bij. |
Dat aanvaard, verdraag ik niet. |
Dat neem ik niet. |
Hij heeft een goed hoofd. |
Hij kan goed leren. |
Ze is erg op haar nicht gesteld. |
Ze is erg op haar nicht. |
Twee dagen geleden. |
Twee dagen terug. |
Salueren (in dienst). |
Aanslaan (onder dienst). |
Wuiven. |
Zwaaien. |
Voorwendsel, uitvlucht. |
Smoesje. |
Omdat. |
Omrede. |
Ineens, plotseling. |
Inenen. |