De lessen:
De heer Van Gelder had intussen al weken gezocht naar een vorm waarin hij de lessen zou kunnen gieten. Telkens stuitte hij op bezwaren: dát systeem was didactisch niet verantwoord, dié manier zou zeker niet aanspreken bij de luisteraar. Bovendien moet je een luisteraar nooit te lang binden. Daarom had men het maximum (voorlopig) gesteld op 26 lessen. In de heer J.B.A. Nijssen tenslotte vond de heer Van Gelder de juiste man. Hij was een wetenschapsman op taalgebied en secretaris van de Stichting voor toegepaste Taalwetenschap. Na lange besprekingen met hem kwam er een plan, dat het mes aan twee kanten deed snijden; het zouden 26 wekelijkse uitzendingen worden, ingesteld op het doel de Engels-sprekende buitenlanders enigszins het Nederlands te leren verstaan. Met de nadruk op verstaan, want men was het er wel over eens, dat het leren spréken te hoog gegrepen zou zijn. En dan liep de Wereldomroep de kans zijn doel voorbij te schieten. Goed: Nederlands leren verstaan dus, maar men heeft tegelijkertijd een andere mogelijkheid aangegrepen, namelijk om in de lessen iets over Nederland te vertellen. Nu, deze kunst verstaat de Wereldomroep wel. Dat is immers zijn taak! Er lag een dankbaar terrein, bij wijze van spreken, met de mond open: het toeristisch aspect van ons land!
Het produkt van het samenspel tussen Wereldomroep en de heer Nijssen was een serie eenvoudige lessen, die door de heer Van Gelder werd bewerkt voor radiogebruik en wel op een zodanige manier, dat het karakter en zelfs de inhoud van de lessen niet werden aangetast.
De presentatie moest echter zó aantrekkelijk zijn dat de niet-cursist niet teleurgesteld de knop van zijn toestel zou omdraaien.
De programma's (want dat zijn het geworden) worden gepresenteerd door twee radiomensen, die ervaring hebben met uitzendingen voor de korte golf: Guus (John) van der Steen, presentator-regisseur en mej. Joost Kal, regisseur en logopediste.
Na de herkenningsmelodie (onmisbaar!) en een inleiding worden de reacties van de luisteraars besproken en dan pas komt men tot ‘zaken’: de eigenlijke les, waarin de vertaling in het Engels tevens is opgenomen. Om u een beeld te geven volgt hier de eerste les ‘Dutch by Radio’:
‘Ons land heet Nederland. Het heeft veel water; zout zoet en brak water. Het water van de Noordzee, langs de kust is zout. Onze rivieren, meren, beken, kanalen en sloten bevatten zoet water. Rond de eilanden van Zeeland en Zuid-Holland is veel brak water. Kijk eens op een goede kaart van Nederland. U ziet dan, dat Zuid-Holland en Zeeland twee provincies van Nederland zijn. Twee van de elf. Het water is een vriend en een vijand. In les twee vertel ik u meer over deze vriend. Drinkt u water, melk, koffie, thee, bier of wijn?’. U ziet wel, aan het eind van de les wordt er een vraag gesteld die kan worden beantwoord met gegevens uit dezelfde les.
Het ligt in de bedoeling, dat de cursist het antwoord op een briefkaart zet en opstuurt aan ‘Dutch by Radio’ te Hilversum. Ook krijgt hij - natuurlijk - de gelegenheid om vragen te stellen. Met deze methode had de Wereldomroep twee dingen voor: men kreeg een indruk hoe de cursist reageerde en men wist ongeveer wat hij van de les had opgestoken. Er waren natuurlijk