U vraagt
nog eens naar dat postfris. □ Welnu, dat is in orde. Postfris is een echte filatelistenterm. Zie in het volgende nummer. □ Van dezelfde taalkundige familie als postfris is het rijke woord figuurbewust. Vervaardigers van keurslijven bieden in een advertentie een wondermiddel aan, nl. een girdle, ‘gebaseerd op een gepatenteerde wetenschappelijke formule’, met prettige eigenschappen ‘van welke nu ook iedere figuurbewuste vrouw in Nederland kan meeprofiteren.’ □ Girdle is volgens ons gewone Engelse woordenboek gewoon gordel maar een gebaseerde, gepatenteerde, geformuleerde girdle is wat anders. □ Voor mannen zijn er radiërende pakken te koop. Van Dale kent dat woord niet, maar de reclame zou arm zijn als ze alleen maar met dat boekje mocht werken. Radiërende pakken schijnen op een of andere manier te glimmen, niet door slijtage natuurlijk; er is op listige manier iets iriserends (volgens de advertentie) in het weefsel gedraaid. The radiant man is onweerstaanbaar. □ De kranten zouden er misschien goed aan doen om voortaan rechts onder de laatste pagina een klein woordenlijstje op te nemen opdat de advertentielezer versta waartoe hij gelokt wordt. □ Kan een bootkundige ons eens het verschil uitleggen tussen meren en afmeren? □ Afremmen blijkt nu wel burgerrecht te hebben verkregen. □ Een heer uit Nijmegen vroeg in een Haagse winkel om een hoekschap. Men wist niet wat dat was. (Wij zouden het evenmin geweten hebben). Het bleek een plankje of hoekplankje te zijn. Wij weten het met dat woord evenmin. □ Een ingenieur heeft de Vickers-Hoovercraft bekeken waarmee men in Engeland experimenteert. Een Nederlandse krant maakte de vertaling zweefveerboot. Welnu, zegt de deskundige, dat ding zweeft
niet en is geen boot. Hij komt tot de volgende voorstellen: glijtuig, blaastuig, blaasglijder, luchtglijder, glijkist, stuifkist, stuifglijder, glijstuiver, strijktuig, waterlandstrijker. Als het aan ons lag, dan de glijkist. □ Maar het ligt niet aan ons. Een bureau dat dit soort woorden eens deskundig bekijkt en de knoop doorhakt, is hard nodig. □ Waarom de radionieuwsdienst nu eens zogenoemd, dan weer zogenaamd zegt, is opgelost. Het hoofd van deze dienst heeft medegedeeld dat zogenaamd ‘gevoeligheden kan oproepen of bijvoorbeeld een insinuerende kritische, ironische, sarcastische bijklank kan hebben’. Het woord ‘zogenoemd’ neemt voldoende afstand ‘zonder de indruk te wekken dat wij door dit afstand nemen ook een (afwijzend) oordeel kenbaar willen maken.’ Voorbeeld: De Gaulle heeft gesproken over ‘de vrede der dapperen’; men vergelijke nu ‘de zogenaamde vrede der d.’ en ‘de zogenoemde vrede der d.’. Wij vinden dat de radionieuwsdienst gelijk heeft. □ Maar de voorkeur van deze dienst voor Algerië ten nadele van Algerije betreuren we. Gelukkig kan de aandacht voor dat land nu steeds minder worden, zodat - dachten wij - Algerije vanzelf wel weer zal winnen.