want onze n heeft helemaal niks met het woordverband te zien. En als we naar 'n spelregel zoeken, dan dient zich alleen de uitspraakregel aan, maar nergens hoor ik de voorgeschreven slot-n bij het spontaan spreken.
Persoon of geen persoon, ziedaar 'n onderscheid dat alleen maar duidelijk kàn zijn. Behalve in 'n geval als: ‘Beide(n) struikelen, de ruiter en het paard’, zoals op het XXIV Vlaamse Filologencongres te berde kwam; voor zover me bekend: zonder 'n oplossing te krijgen.
Voornaamwoord of niet: daar heerst nogal wat verwarring. Men leest regelmatig: ‘Ik ken er enkelen’, alsof het laatste woord het voornaamwoord was en niet het onooglijke ‘er’: ik ken enkele ministers. Id.: ‘Ik zag ze beiden’, nl. beide verloofden.
Op het zelfstandig of bijvoeglijk gebruik kan men z'n scherpzinnigheid mooi te kijk stelen. In: ‘Vele van onze tegenspelers’ zou ‘vele’ zelfstandig attributief zijn en dus geen meervouds-n dulden, toegegeven dat 'n n in dat geval ‘geen onterende fout’ genoemd mag worden. Wie wist dat het zo simpeltjes was?
Het lijkt wel dat we die meervouds-n aan de Barok te danken hebben. 'n Onschuldig klein beetje mooidoenerij. Maar zouden we voor dit anachronisme niet feestelijk bedanken?
P. Hoorneart (Assebroek)