Geknipt
Niet minder dan weerzinwekkend is de lijst van Engelse woorden en uitdrukkingen die uw verslaggever optekende uit de redevoeringen op het reclamecongres gehouden. Ik wist dat het erg was, maar dat Nederlanders dermate lui, laf, labberlottig en onnadenkend hun taal ontzenuwen en bemorsen, dat had ik toch niet kunnen vermoeden. Mijn leraar Nederlands indertijd, Dr. P. Leendersz, onthield zijn bakker de klandizie (‘boycotte’) toen deze in zijn winkelraam (‘etalage’) Weihnachtsstollen en Baumkuchen met deze woorden aankondigde.
Tegenwoordig is het allemaal Engels wat de tong tingt: we plannen er lustig op los, een society-dame, tip-top een lady, flatbewoonster ‘Sunny Home’, gaat met haar twoseater naar haar dealer, omdat die firstclass service biedt.
We callen en coachen en dimmen en sprinten en racen en starten alsof onze wieg in de City of London had gestaan. Klerenzaken trekken de man met de slogan: man about town (dat is pas een gentleman!) Vergaap u aan de advertenties in de dagbladen over raincoats, precious jewels en real international cigarettes, de reversible duffel coat.
En laat de free-lance journalist met de executive en de service-monteur en de receptionist en de sales-manager met al hun skilled salesmanship opvliegen naar Engeland en daar een job zoeken in de variety chain-stares-business.
En laten wij vooral geen hemd kopen bij die firma die met koeien van letters adverteert in een Hollandse krant There is an X-shirt just for you. Och, och, die doorzichtige knepen van de reclame-psychologen! Om er een beetje onpasselijk van te worden.
Adverteer dan liever: Wij hebben Het Hemd, geknipt voor u, tweede hemd halve prijs. U verdient f 6, -, schoon in 't handje (vrij van belasting).
Maar dit stukje was begonnen om een zo onbesmet mogelijke taal. Met dank aan uw medewerker voor zijn opmerkingen.
(Dr. A. Saalborn in Alg. Handelsblad 22-11-61)
‘Uw artikel over het taalgebruik was mij uit het hart gegrepen, in het bijzonder de regels over het gebruik van vreemde woorden. Ik ben al jaren Brits onderdaan en ik erger mij zeer aan het onnodige gebruik van Engelse woorden, waar goede Nederlandse woorden bestaan. Waarom kan men tegenwoordig alleen maar een shirt kopen, nooit een overhemd?
Vooral ergerlijk is verkeerd gebruik van Engelse (en zonder twijfel ook Franse en Duitse) woorden. Men spreekt hier van een ‘slipje’, maar ‘a slip’ is een onderjurk en beslist niet wat men er in Nederland onder verstaat. Ook heb ik hier in de vakantie een paar ‘flètjes’ gekocht. In Engeland heten zulke platte schoentjes ‘casuals’. Voor een flat moet men bij de makelaar zijn.
Ook wil ik nog noemen het woord ‘camping’. Waarom niet kampeerterrein? Geen Engelsman, zelfs geen Amerikaan zal spreken over ‘a camping’. Men zal zeggen ‘camping ground’ of ‘camping area’.
(Ingez. stuk in Algemeen Dagblad 14-8-1961)