Het holle woord
Men kent de hollewoordenziekte van onze tijd. Wij allen retteketetteren maar mee in het grote lawaai van de woorden. Ga eens naar een ‘forum’ en laat u bestoken met de problematiek, vooral de typische huidige problematiek, de conflictsituatie, de positieve oplossing die gecreëerd moet worden, de sociologische, medische en administratieve aspecten van de zaak die in het recreatieve vlak ligt.
Een prachtige bespotting van de holle woorden, de half begrepen, slecht verteerde woorden, vonden we in het zeer lezenswaardige boekje van G. Hoefnagels: Opstellen over Rapportage (Assen 1960). De schrijver behandelt daarin de kunst van het samenstellen van rapporten over mensen en hun noden. De maatschappelijke werkers en werksters die een schriftelijk bericht over een ‘geval’ moeten opstellen, lopen o.a. het gevaar dat ze de noodlijdende mens in een schriftelijk hokje stoppen met een geleerde naam erop. Ze wenden zich af van het concrete geval, ze abstraheren en categoriseren. Hoefnagels citeert een tweetal coupletten van een spotlied dat een pas afgestudeerd maatschappelijk werkster op haar school maakte.
‘De gepassioneerde feministe
en 't cultuurpatroon niet te vergeten
nivellerende reclassering
en gerationaliseerde stimulering.
dat is doodgewoon gesublimeerd sadisme
de ambivalente vakcentrale
is 't dualisme van 't triviale’.
De andere coupletten waren net zo. Het gaat natuurlijk niet om de termen op zichzelf; die heeft de wetenschap nu eenmaal nodig als hulpmiddel. Het grote gevaar voor de half-weter is dat hij de term gebruikt als doel; hij wil geleerd doen, hij heef het wel begrepen, hij heeft het verschijnsel gevangen onder een klinkende naam.
Hoefnagels merkt nog over deze snobistische ‘categorie’ op: Ik zal warempel niet zeggen, dat iedere geschoolde hoogmoedig is, maar de categorisering kan een symptoom zijn van de hoogmoed van de geschoolde: de samenvattende opmerking, de uitheemse term, het holle vat dat luid klinkt, de agressieve ‘grijpende’ kennis, die vervormt en zich vergrijpt aan wat niet begrepen werd. Waar deze hoogmoed de ballast werd van scholing en (schijn)deskundigheid, verdwijnt zelfs het verlangen naar de onbevangen toewending tot het concrete.