Slotwoord van de voorzitter
De voorzitter, prof. W.F.J.M. Krul, dankt de aanwezigen voor hun komst en de inleiders voor hun boeiende betogen. Het derde congres van Onze Taal mag in alle opzichten geslaagd heten. De voorzitter eindigt met: ‘Wij moeten in de komende jaren waar maken wat vanmiddag in de laatste inleiding is gezegd: het volk zelf moet aandrang op zijn bestuurders uitoefenen om verbeteringen te bewerkstelligen. Uiteraard kan men van ons lekengenootschap geen officieel deskundig advies verwachten, wel zullen wij ervoor zorgen dat van ons een krachtige stimulans uitgaat.
Ik verzeker u dat wij in ons bestuur ons ervan zullen vergewissen in welke richting nu ons werk moet gaan. Ons genootschap is ontstaan uit een beperkte drang tot taalzuivering, het is geworden tot een genootschap ter bevordering van taalverzorging in het algemeen; wij zijn gekomen tot samenwerking met bevriende verenigingen, tot taalcongressen; wellicht is nu het tijdstip gekomen om aandrang te gaan uitoefenen bij die instanties in onze maatschappij die inderdaad de verbeteringen kunnen bevorderen die vandaag zo duidelijk nodig zijn gebleken.
Wanneer wij daarin zouden slagen, hebben wij aan de inleiders de beste dank gebracht voor het werk dat zij tijdens dit congres hebben verricht.’