maar niet wennen. Onze kennis van het Frans (jurer) zit ons in de weg; het vloeken en zweren van de jury... □ Een van onze leden bladert graag in de vakbladen van de reclamemakers. Hij streepte in een paar nummers aan: split-run methode, survey ploeg, model animation, operational research, equipe-verspreiding, massa-sampling, showcards, incentive, Een voorbeeld van een advertentie: Verdrijf uw premium-zorgen! U wilt een extra stocking-up? Een consumer-offer? U wilt een give away of selfliquidator? Zo'n taal lijkt ons give away (pak weg) een selfliquidator van de moerstaal. □ Verschillende buitenlandse kantoren hier te lande trachten ons te lokken naar oorden waar het in de vakantie goed toeven is. Is zo'n instelling een reisbureau of een verkeersbureau? Wij hebben inmiddels gemerkt dat er in ons land ten minste een Zwitsers Verkeersbureau, een Frans Verkeersbureau, een Oostenrijks Verkeersbureau en een Belgisch Verkeersbureau werkzaam is. Verkeersbureau blijkt dus de naam te zijn voor een officiële vertegenwoordiging van een land, dat in het buitenland propaganda maakt voor enz. Een reisbureau is een particuliere instelling, die zich belast met het regelen van reizen en alles wat daarmee in verband staat. Laten we het daar maar op houden, ook al zorgt het verkeersbureau eveneens voor de reis en heeft het op het verkeer van de verkeersagent slechts zijdelings betrekking. □ De pinda komt niet, zoals mej. Stoops veronderstelde in haar voordracht over Zuidnederlands, uit Indonesië; daar heet de de vrucht katjang tanah. Het woord pinda komt uit de West; het schijnt uit een of andere Afrikaanse taal afkomstig te zijn. □ Stilist en stilistisch, dus niet met de culturele ieggrek. Duidelijk,
als men weet dat het komt van het Latijnse stilus, schrijfstift. □ Nieuwe visie op Weissenbruchstraat: Wijze Brugstraat; op Marathonweg: Mare Tonweg; op Patroclosstraat: Pater Klosstraat. □ Iedere Rotterdammer, zegt een Rotterdammer, weet wat een rooie panner is; wij niet. We hebben geprobeerd na te gaan waar het woord vandaan komt. Deurwaarders (oud woord: pander) droegen vroeger een rode pet. De man was soepel bij het panden als hij een fooitje kreeg. Andere uitleg van een Rotterdammer: de rode pet werd een rooie (dak)pan genoemd. □ Nog een visie op een straat: in Den Haag is De Constant Rebecquestraat (toevallig een naam die in het taalverkeer nogal voorkomt daar in die straat een belangrijke gemeentelijke instantie gehuisvest is): de Konstant Rebekwééstraat. □ Er zijn, menen wij, adviescommissies voor straatnamen. Laten wij ook letten op de praktische ‘hanteerbaarheid’ van een naam, bijvoorbeeld voor telefoongesprekken. □ ‘Wanneer raken we het op de zenuwen werkende woord problemen eens kwijt? De radio, de krant, iedereen heeft het over problemen. Zijn vraagstuk, moeilijkheid, kwestie uit het geheugen verdwenen?’ □ ‘Technisch-juridisch zijn bankassignaties geen assignaties in de zin van art. 210.’ Moet dit niet zijn juridisch-technisch? Ons dunkt van wel; ‘-technisch’ nadert zoals wij vroeger al eens beweerd hebben, de functie van een modern achtervoegsel. Het is daarbij onverschillig of het eerste deel een zelfstandig naamwoord (balans-technisch) of een bijvoeglijk naamwoord is. De betekenis is ‘de techniek, praktische toepassing enz. van X betreffende’. Wij hebben ook al eens gelezen ‘rechtstechnisch, belastingtechnisch,
fiscaal-technisch.