bindingen maken’; nu betekent het metalen delen verbinden door de toepassing van warmte, met of zonder druk. De kern - verbinden - is gebleven, sommige kenmerken zijn verdwenen, andere zijn ervoor in de plaats gekomen.
ad 2. Wie denkt dat een woord alle inlichtingen over het uit te drukken begrip moet geven, miskent het symbolische karakter van de taal. Eenendertig woorden heeft de schrijver van het NIVE nodig om industrial designer te verklaren. Hij waagt het erbij te zetten dat deze term exacter dan in het Nederlandse spraakgebruik mogelijk is, het begrip omschrijft. Hier past een bewonderende stilte... Maar dit ‘nemen’ wij tòch niet! Industrial is industrieel en designer is ontwerper. Zegt industriële ontwerper nu minder exact enz.? De De schrijver bedoelt waarschijnlijk dat hij de term industrial designer wil reserveren voor het begrip, uitgedrukt in zijn eenendertig woorden. Dat moet hij weten. Het Nederlandse industriële ontwerper of vormgever had hij daar ook voor kunnen reserveren. Hij is er bevreesd voor dat vorm te veel de uiterlijke vorm van het produkt suggereert; de designer doet meer dan vormen geven: hij ontwerpt, hij verwerkt het abstracte idee tot het concrete voorwerp, hij geeft adviezen voor het te gebruiken materiaal, de kleur, enz. enz. Zegt designer dit alles? De designer ontwerpt: het is mogelijk dat hij zich met de vorm, het materiaal, de kleur, de praktische mogelijkheden van verwezenlijking niet kan, mag of wil bemoeien.
Tot slot nog twee opmerkingen. Het Engelse woord is voor ons in zoverre vreemd dat wij niet onmiddellijk het begrip kunnen afbakenen dat met het woord wordt genoemd. Designer heeft daarom iets vagers dan ontwerper. Men weet niet direct waar designer wèl en waar het niet kan komen. De Nederlandse gebruiker van designer kan eerst langs een omweg tot de begripsinhoud komen. Daarom staat de deur bij het vreemde woord veel wijder open om nieuwe kenmerken toe te laten. Designer nadert, zoals zovele ‘nieuwe’ Engelse woorden, het kunstwoord: men kan er ‘instoppen’ wat men wil. Bij het Nederlandse woord zit ons de ‘echte’ begripsinhoud in de weg. We moeten het Nederlandse woord de kans geven zich eveneens ‘vol te zuigen’ met de inhoud die we wensen mede te delen.
Het is mogelijk dat de industriële ontwerpers, de vormgevers (aan de T.H. in Delft worden colleges gegeven in ‘industriële vormgeving’) naar in een internationale benaming zoeken. Goed. De moeilijkheden met de Franse en Duitse terminologie wijzen daar eveneens op. Dat men dan een term neemt uit het land van herkomst, is begrijpelijk. Het streven naar een internationaal genormaliseerde terminologie in wetenschap en techniek kan men alleen maar toejuichen. Het wordt echter bedenkelijk als er in het wilde weg geïnternationaliseerd wordt. Moet een term ook niet verstaanbaar zijn voor eigen landgenoten als de verbinding met het algemene publiek van belang is? Dit lijkt ons met de industriële ontwerper, de industriële vormgever wel degelijk het geval te zijn. Hoe dan ook, de designers mogen ter wille van hun fraaie en exacte titel geen misleidende argumentatie gebruiken. Noem het kind bij zijn naam!