dat de woordenlijst voor de spelling bedoeld is en niet voor de woordkeuze.
Toch heeft de bijdrage van de heer Van Mansum mij geergerd, en dit om verscheidene redenen. Vooreerst ben ik er niet zo rotsvast als de heer Van Mansum het klaarblijkelijk wel is, van overtuigd dat het Noordnederlandse spraakgebruik alleenzaligmakend is, en dat al wat het zuiden zo ipso facto onzinnig of alleszins minderwaardig en dus verwerpelijk is. Mij dunkt dat een zekere uitwisseling slechts verrijkend kan werken, en ik weet zeker dat ik iets dergelijks ook wel eens in Onze Taal heb horen verdedigen.
Voorts schijnt het niet tot de heer Van Mansum te zijn doorgedrongen dat er bij ons instellingen, geplogenheden, volksspelen, natuurverschijnselen - en hierbij denk ik niet aan bronolie (= petroleum), jammer genoeg zijn we die niet rijk -, werktuigen, ja zelfs begrippen zouden kunnen bestaan die in het Nederlands onbekend zijn. Misschien doen we dan het best die dingen gewoon op te geven, omdat er geen Noordnederlands woord voor bestaat! Ik kan best aan nemen dat de Noord-Nederlanders geen behoefte hebben aan bakkalaureaat (niet bakkalareaat), evenmin als wij aan een H.B.S.-diploma, maar of het woord al dan niet van ‘Latijns origine’ is - wij met ons ‘verouderd’ gevoel voor geslachten zouden schrijven: Latijnse origine - doet hier niets ter zake. Aan origine hebben we trouwens óók helemaal geen behoefte, het is al te duidelijk van Latijnse oorsprong.
Ook over de ‘woordverklaringen’ valt wel een en ander te vertellen. Ik betwijfel ten sterkste of de commissieleden bij het woord koets aan een koets verf gedacht hebben. In Z.N. spreekt men wel van een ‘couche’ verf - een Frans woord, horresco referens, zoiets doet men toch niet! - maar er is geen haar op ons hoofd dat er aan denkt zoiets, al dan niet vermomd als ‘koets’, als beschaafd Nederlands te doen doorgaan. Misschien is allo (= hallo, althans volgens Ir. Van Mansum) puur Frans, maar van puur zouden we hetzelfde kunnen zeggen. Wat aprilvis (= poisson d'avril) betreft, alle woorden die een analoge vorm in het Frans hebben zijn daarom nog geen gallicismen. Ik ben geen taalgeleerde maar ik meen dat er op het gebied van de woordvorming tegen aprilvis geen bezwaar is, evenmin als tegen meivis. Misschien wil de heer Van Mansum ook achter aardappel (= pomme de terre) gallicisme schrijven en het in het vervolg bij patat houden?
En kan mijn achtbare collega ons voor aprilvis een beter woord aan de hand doen?
Ik zou verder kunnen gaan - het ongelukkige bestemmeling zou ik niet bestempelen als een vertaling van destinatoire, misschien heeft het wel iets met destinatoire te maken - maar ik geloof dat het volstaat. Want mijn artikel is niet als een ‘bolwassing’ bedoeld, ten hoogste als een ‘standje’! Sans rancune!
Ir. A.F.L.G. Bernaers