De film III (slot)
(M.V.) Ik wil de huisvrouw die voor nasynchronisatie in het Nederlands pleit, met alle kracht ondersteunen. Mijn eigen ervaring in dezen is dat de mensen Engels e.d. in de film willen horen niet omdat ze het Engels zo mooi vinden, maar omdat ze hun eigen moedertaal minderwaardig vinden. Het Nederlands zou niet in staat zijn al datgene weer te geven, wat de vreemde taal weergeeft. Ik geloof dat deze zienswijze een onuitroeibaar bijgeloof is. De Nederlandse film (èn de ‘film’ in de televisie) betekent een ongeëvenaard krachtig stuk beschavingspropaganda. Hoe is het toch mogelijk dat in veel kleine taalgebieden, bijvoorbeeld Denemarken, Zweden, Finland, wel een eigen uitgebreide produktie van speelfilms in de landstaal bestaat en dat Nederland op dit punt zo volkomen verstek laat gaan? Het ontbreekt ons toch niet aan goede filmers? Filmcritici hebben we genoeg... Of zou achter alle zogenaamde officiële moeilijkheden met geld, spelers, commissies e.d. toch niet een diep geworteld besef van minderwaardigheid van eigen beschaving en taal schuilen?
(J.E.G.-K.) Ik verzoek u in het belang van de vele doven - die slechts iets aan een film hebben als ze de vertaalde tekst van het gesprokene kunnen lezen en, als ze de vreemde taal machtig zijn, ter ondersteuning het gesprokene van de lippen der sprekers kunnen lezen - niet door te drijven dat de buitenlandse films in het Nederlands worden uitgesproken. Er zijn in ons land zeer vele doven; voor hen en misschien ook voor andere toeschouwers is het een kwelling de monden op het doek te zien te krijgen en iets heel anders te horen te krijgen.