Zich opstellen
(G.) In een krant lees ik na de vermelding van voornemens en opvattingen der Regering ten aanzien van de landbouw als veronderstelling der redactie: ‘zodat de agrariërs zich voorshands toch nog wel gereserveerd zullen blijven opstellen’.
Deze term heb ik ook wel gebruikt gezien door regeringspersonen, wanneer zij vermeldden dat zij zich met betrekking tot een of andere aangelegenheid op een bepaalde wijze hadden ‘opgesteld’.
Naar het mij wil voorkomen, is dit geen goed, althans (nog) geen gangbaar, Nederlands en zou men (vooralsnog) dienen te blijven zeggen, dat men met betrekking tot die aangelegenheid een zeker standpunt inneemt. En zo had deze krant, dunkt mij, fraaier Nederlands geschreven, wanneer zij haar zin aldus had geformuleerd: zodat de agrariërs ten aanzien van de inzichten der Regering voorshands nog wel een gereserveerd standpunt zullen blijven innemen.
Uit een vraaggesprek met de voorzitter van een jubilerende vakvereniging: ‘Wij hebben ons altijd vrij van iedere partijpolitiek opgesteld’. Bedoeld is zo ongeveer: Ten opzichte van de ons verwante politieke richting hebben wij altijd een onafhankelijke positie voor onszelf gehandhaafd.
(Red.) Tegen ‘zich opstellen’ bestaat geen taalkundig bezwaar. Het werkwoord is hier in een vorm van beeldspraak gebruikt. Deze beeldspraak maakt een krijgshaftige indruk: legers stellen zich op tegenover elkaar om de strijd te beginnen. Nu wordt er in ons land hartstochtelijk gebekvecht tussen de verschillende ‘blokken’, maar dat is nog geen reden om ons zo raar aan te stellen dat we ons moeten opstellen. Als we opgesteld zijn, gaan we dan op een kwade dag marcheren, ten strijde tegen hen die onze mening niet delen?