Jaarverslag 1958
Hoewel het woord ‘Genootschap’ doorgaans aanduidt dat rustige bezadigdheid het kenmerk is van zijn leden, is ook dit jaar weer gebleken dat de vereniging daarom nog niet een leven leidt van bezadigde rust. Integendeel, er is veel voorgevallen en er is veel werk verzet. Het nieuwe jaar begon met een vergadering te Brussel van de besturen van de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal en ons Genootschap. Verbetering van het taalgebruik en hoe de mensen daarvan te doordringen en hoe hen te bereiken, is het telkens terugkerende thema van ons gemeenschappelijk overleg. Het goed-Nederlandse woord voor het half of niet vertaalde Franse woord is iets waar onze zuiderburen bij voortduring naar uitzien. Wij werden bovendien bekend gemaakt met het programma van een te houden congres op de wereldtentoonstelling, waar onder anderen Nederlandse sprekers het woord zouden voeren.
De bestuursvergaderingen, die in de loop van het jaar zijn belegd (5 in getal) hadden alle als zwaartepunt het congres, dat op 4 oktober in Scheveningen is gehouden. Het gekozen onderwerp ‘de taal in radio, reclame en pers’ vergde veel overleg omtrent sprekers en mèt sprekers, over spreektijden en dagindeling. Een commissie van twee bestuursleden en twee gewone leden van het Genootschap heeft zich met alle bijzonderheden van de voorbereiding grondig bezig gehouden. Tenslotte is een programma tot stand gekomen dat op de dag zelf grote voldoening heeft gegeven. Op een van te voren gehouden persconferentie waren 22 redacties van dagbladen vertegenwoordigd, die zich daarna beijverd hebben, de aandacht op het congres te vestigen. Het aantal bezoekers was boven verwachting groot. Tegenover 450 bezoekers in 1955 stonden er ditmaal 850. De behandelde onderwerpen genoten grote belangstelling en een forumbespreking bracht heel wat tongen in beweging. In een der nummers van het orgaan zijn de gehouden voordrachten opgenomen en geven enkele grepen en afspiegeling van de levendige gedachtenwisseling. Het bestuur was zeer voldaan over de aanwezigheid van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen op de middagbijeenkomst en van de Belgische Ambassadeur en een vertegenwoordiger van de Zuidafrikaanse gezant in de ochtend. De V.B.O. was door een zevental leden vertegenwoordigd. Als regelrecht gevolg van het congres werden vele nieuwe leden ingeschreven.
Het taalcongres van de V.B.O. op de wereldtentoonstelling te Brussel werd bijgewoond door twintig leden van ons Genootschap. Het recht van het Nederlands te midden der overige talen van Europa en de wereld werd van zeer uiteenlopende zijden beoordeeld, meestentijds verdedigd, door enkele sprekers ook in twijfel getrokken.
De jaarvergadering werd gehouden op 26 april. De bestuursleden Duyvis en Muller werden herkozen. Na afloop gaf de redacteur een kleurige beschouwing over het vreemde woord in onze taal, die bij de aanwezigen tal van vragen opwierp.
Het Bureau van het Genootschap heeft - behalve door het eigen congres - ook op andere wijze getoond dat het aan ons werk ten goede komt. Door de aldaar gevoerde propaganda zijn 681 nieuwe leden toegetreden. In de decembermaand werden van het orgaan 1275 exemplaren meer verzonden dan een jaar te voren. Het totale aantal komt boven de 7300 uit.
Tal van schriftelijke vragen werden ontvangen en beantwoord.
Het orgaan verheugt zich in een blijvende waardering. Twee hoofdartikelen werden door buitenstaanders geschreven. In Nederlandse en Vlaamse kranten worden van tijd tot tijd stukjes uit ons blad overgenomen.
Ten aanzien van de overheid mogen wij ons meer en meer verzekerd achten van de belangstelling van het Ministerie van O.K. en W. Subsidie is reeds voor tweemaal verleend en voor de derde maal op de begroting geplaatst.
De financiële resultaten geven echter reden tot bezorgdheid. Het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven is niet bereikt ondanks de subsidie van het ministerie. Uit het kapitaaltje van de vereniging zal het verschil moeten worden bijgepast. Gelukkig is dit vooralsnog mogelijk, doch het bestuur heeft maatregelen op het oog om toekomstige tekorten te voorkomen.
Aan het einde van dit verslag is toch een woord van voldoening niet ongepast. De belangstelling voor ons werk schrijdt nog steeds voort. Het nut van taalcultuur wordt door een groeiend aantal mensen erkend en gesteund. Het Genootschap mag zich gesterkt weten door de ontvangen steun en ziet met vertrouwen een nieuw jaar van werkzaamheden tegemoet.
Ir. J.P. Smits, secretaris.