kameraad na de andere uit het Sovjet-morele herbewapeningscollectief doodbeet of onschadelijk maakte, des te penibeler kwam het er voor de eenzame schrijverswolf Pasternak voor te staan.’ (De inhoud blijft buiten bespreking, het gaat uitsluitend over de taalkundige kant).
Een andere veel voorkomende fout is het verkeerde gebruik van net en zodra. B.v. ‘Hij was net van het Nieuwestadtrottoir afgestapt, of twee wielrijders sneden hem de pas af’. Hier hebben we te doen met een verwarring van nauwelijks-of en net-toen.
‘Maar zodra zat men weer op de regerings- of de parlementsbanken of het dirigistische gesnurk zette opnieuw in.’ Alweer een verwarring met nauwelijks-of. Hier is de verleiding te groter, omdat men wel kan zeggen niet zodra-of, aangezien ‘niet zodra’ met ‘nauwelijks’ overeenkomt.
Deze verwarring van een ontkennende uitdrukking met een bevestigende komt meer voor, b.v. in deze zin: ‘En wie weet hoe lang het dan nog duurt, of de heer D. stuurt je een controleur in huis’. Hier speelde de schrijver waarschijnlijk door het hoofd: ‘Het duurde niet lang-of’. Maar in zijn volzin had in plaats van ‘of’ moeten staan ‘eer’ of ‘voor’.
Een volgende fout is het gebruik maken van een slechts eenmaal genoemd woord op verschillende plaatsen, maar niet in dezelfde ‘naamval’ (waar dus een herhaling noodzakelijk zou zijn). Als voorbeeld geef ik: ‘Ikzelf heb ook wel na jaren een stuk opgeschreven dat behelsde een redevoering welke ik voor jaren hoorde en toen een diepe indruk op mij maakte’. Lees: en die toen enz.
‘Mijn hart trok me toch naar die oude Redoute in Maastricht, die men nog altijd aan het verbouwen is en zoveel geld kost dat men een flonkerende nieuwe schouwburg had kunnen bouwen.’ Lees: en die zoveel enz.
De volgende groep van veel voorkomende fouten vormt het plaatsen van woorden waar ze niet behoren. B.v. ‘Alle andere partijen bereikten het minimum van 5% niet om in het parlement vertegenwoordigd te kunnen zijn’. Bedoeld was: niet het minimum. Zoals de zin er staat, zou men kunnen denken dat het niet bereiken van het 5% minimum een noodzakelijke voorwaarde was om in het Parlement te komen. Een ander voorbeeld: ‘Aanval op China van Poolse priesters’. Bedoeld was: ‘Aanval van Poolse priesters op China’. Ook dit nog: ‘Overval op winkelierster mislukte. Daders namen na hulpgeroep de vlucht’. Waarschijnlijk was dit hulpgeroep wel niet van de daders afkomstig. Duidelijker zou dus geweest zijn: na haar hulpgeroep of geroep om hulp.
Verder: ‘Winst Unie van IJsfabrieken in 1957 ruim een miljoen. Bod op aandelen van 203 pct’. Bedoeld was: ‘Bod van 203 pct op aandelen’.
Ook het gebruik van overbodige woorden en andere gevolgen van gebrek aan nadenken kunnen een slechte stijl veroorzaken. B.v. ‘Dat is hetgeen wat westelijke waarnemers zich op het ogenblik afvragen in het licht van twee recente gebeurtenissen’. ‘Meneer Doctor Hartogs was een min ventje, om te zien, maar lang niet gemakkelijk, al mochten we hem allemaal graag. Als ie woedend werd, borg je dan maar’. Hier is de schrijver onder invloed van de verleden tijd ‘werd’ tot de gedachte gekomen dat men een gebiedende wijs ook in de verleden tijd kan gebruiken.
Grappig is b.v.: ‘Bij Fabius is niets meer te vinden nu men zelfs zijn slaapkamer nagepluisd heeft’. Afgezien van het feit of men een slaapkamer kan napluizen, moest het in elk geval nageplozen zijn.
Een gedachtensprong kan zotte gevolgen hebben, als b.v. in deze zin: ‘Ook wordt er veel vernield door het publiek, b.v. de duinen, waar kinderen en mensen maar ravotten, zodat ze op het laatst afgezet moeten worden’. (Wie of wat?)
Een grote zaak adverteerde: ‘Geniet thuis van het heerlijke gebak uit onze eigen bakkerij, dat in een speciale stand verkrijgbaar is’. (Die vreemde woorden ook!)
Het lelijke Germanisme ‘opbrengen’ wint meer en meer veld, zodat men in een blad de volgende dubbelzinnige ‘kop’ kon lezen: ‘Nederlandse T.V. kan het niet opbrengen’. Ik moest het daaronder staande lezen om te begrijpen dat het niet over geldelijke moeilijkheden ging.
Zó weinig aandacht schenkt men blijkbaar aan goed Nederlands, dat de particuliere secretaresse van H.M. de Koningin het volgende telegram verzond: ‘Hare Majesteit de Koningin heeft mij verzocht u haar welgemeende dank te willen overbrengen voor het zeer gewaardeerde telegram wat zij mocht ontvangen van’ enz.
En de burgemeester van de Hofstad zou (volgens een dagblad) in de Raad hebben gezegd: ‘Wij moeten er voor oppassen dat ons land in de running blijft’. ‘Zorgen voor’ en ‘oppassen voor’ betekenen echter niet hetzelfde.
Waarheden als koeien ontstaan, wanneer een schrijver iets anders zegt dan hij bedoelt, als in: ‘Mijn rendier voerde mij zwijgend door dalen en bossen, over bevroren meren en rivieren’.
De ergste fouten zijn naar mijn mening, die, waaruit de schrikkelijke onkunde van de schrijver blijkt. Een paar voorbeelden daarvan zijn de volgende: ‘Anderhalf jaar werkte Jacques Coenraad in het Engelse laboratorium en knoopte goed in ogen en oren wat hij er zag en hoorde’.
‘Slechts een doodenkele van deze aforismen is een belegen ei van Columbus.
‘Nauwelijks een dag later echter moest veldheer Omar Bécu het slachtveld, de haven van Rotterdam, met stille trom verlaten.’ In hetzelfde stuk wordt gesproken over het machtsbereik van de heer Bécu. De schrijver merkt niet eens dat hij een Duits woord bezigt.
Erger nog maakte het degene die schreef: ‘Het behoeft niet te verwonderen dat verscheidenen, zij het misschien in arremoede en met wrevel hun stem aan deze partij hebben gegeven’.
‘De haak- en kruisvaandels die 's nachts door SA en SS op een brug over de Rijn waren aangebracht.’