Parlementaire taalverrijking
‘Ik geloof, dat de geachte bewindsman de vorige keer een beetje gederouteerd was toen hij zei: als men het over de normale herziening heeft, bedoelt men die van buiten het verdrag.’ (Hand. Tweede Kamer. Dl. I. Zitting '57-'58, pag. 1090, 2e kolom)
Het door de geachte afgevaardigde tot Nederlands gemaakte Franse werkwoord ‘dérouter’ is een gevaarlijk woord.
Wij kennen in het Nederlands wel ‘déroute’, dat vlucht, nederlaag, ook koersdaling betekent. Maar derouteren heeft er niets mee te maken. Het is een vinding van de geachte afgevaardigde. Vermoedelijk dacht hij, dat het van de route afraken betekent; en dan: verdwalen, uit het rechte spoor raken. Op z'n Nederlands: in de war. Maar dat is op de klank af vernederlandsen. Dérouter = rompre les mesures; troubler.
Het zou nauwelijks vriendelijk geweest zijn te veronderstellen, dat de geachte bewindsman een beetje getroubleerd was. Daarom is derouteren een gevaarlijk woord. De geachte afgevaardigde had beter de volkstaal kunnen spreken en zeggen: een beetje in de war. Men zegt het immers ook van licht getroubleerde mensen, maar het klinkt vriendelijker.
‘Ik zeg dit niet speciaal aan het adres van de Nederlandse Regering. Die willen we dit niet inrubben.’ (Hand. Tweede Kamer, t.a.p., pag. 1092, 2e kolom)
Iemand heeft de parlementaire taal al eens verrijkt met het Nederlandse woord ‘checken’, de geachte afgevaardigde voegde er ‘inrubben’ aan toe.
Don't rub it in, zegt de Engelsman, wanneer hij doorgezaagd wordt over een vergissing of fout. De lijst is voor uitbreiding vatbaar. Wat zou men zeggen van: we willen niet krijen over gemorste melk? Of: ik heb in m'n mouw gelaafd? Of: ik dipte maar even in de M.v.A. of ik wist al hoe laat het was. En: pas op, ketsj maar geen kou.
(uit ‘Vrijheid en Democratie’, 28 juni 1958 nr. 499)