Merit-rating (II)
Wij, Nederlanders, zijn nogal eens geneigd om eigen prestaties en eigen originaliteit te onderschatten (het omgekeerde is overigens evenzeer waar). Het gaat me echter wat ver als maar klakkeloos wordt aangenomen dat een bepaalde Nederlandse uitdrukking een ‘vertaling’ van een (liefst Amerikaans, doch in ieder geval) buitenlands begrip zou zijn. Prestatiebeloning is, naar ik meen, onafhankelijk van het Amerikaanse merit-rating ontstaan; eenvoudig omdat ook hier in Nederland de zelfstandige behoefte aan een woord bestond voor de talloze stelsels van beloning naar de mate waarin gepresteerd werd in tegenstelling tot de stelsels van beloning naar de ter beschikking gestelde tijd. Zo min als men kan zeggen dat ‘klerenhanger’ een vertaling zou zijn van ‘clothes hanger’, zomin mag men prestatiebeloning een (gezochte of bedachte) vertaling noemen.
Men spreekt van een ‘stelsel van prestatiebeloning’ zowel als van een ‘prestatieloonstelsel’. In het eerste geval heb ik nimmer prestatieloon gehoord, in het tweede nimmer de lange vorm.
De ‘angstwekkende groei’ van het aantal Amerikaanse woorden in de bedrijfsorganisatie is, lijkt mij, alleen te verklaren uit de uitgebreide Amerikaanse literatuur op dit gebied, die hier intensief wordt gelezen. Voor de meeste begrippen bestaan reeds lang Nederlandse equivalenten, zij het veelal met een wat ander accent, omdat de Amerikanen nu eenmaal een andere aanpak hebben (marketing = marktanalyse of commerciële functie of de verkoop; manager = bedrijfsleider of directeur; mental training = geestelijk voorbereiden; job = karwei of order of opdracht; stopwatch = klokje).
A.B.F.