Brusselaars die vijandig staan tegenover het Nederlands. Het kan een enkele keer voorkomen dat zo'n Brusselaar weigert om u in het Nederlands te antwoorden, ofschoon hij die taal heel goed spreekt. In zo'n geval is het zaak om niet boos te worden. Blijf vooral vriendelijk en beleefd. Bent u in een winkel waar u zoiets overkomt, zeg dan dat het u spijt dat de winkelier u niet kan helpen, en ga direkt weg. Er zijn winkels genoeg in Brussel waar beleefd personeel staat.
Bent u op het station, op het postkantoor of in gesprek met een condukteur of een agent, dan moet u bedenken dat zulke mensen volgens de wet verplicht zijn om u in het Nederlands te antwoorden als hun in die taal iets gevraagd wordt. Dring dan rustig aan dat u ook in het Nederlands geholpen wordt. Bega in geen geval de lafheid dat u uw moedertaal verloochent. Het is nooit nodig, in Brussel Frans te spreken, tenzij misschien als u voorgesteld wordt aan de Franse gezant.
Bedenk ook dat het kostschool-Frans van de Nederlandse toerist erg op de lachspieren werkt. Zulk onbeholpen stotteren wekt vaak zóveel medelijden dat de verstokte Franskiljon erdoor zou ontdooien. Maar dat neemt niet weg dat de arme Nederlandse toerist een enorme flater geslagen heeft.
Spreek ook geen Amsterdams of ander onwelluidend dialekt in de Belgische hoofdstad: het klinkt daar echt niet mooier dan bij ons. Integendeel: het is om je dood te schamen, als je zoiets van een landgenoot hoort.
De WT is een prachtige gelegenheid voor honderdduizenden Nederlanders om het ABN in Brussel het prestige te geven dat het zo broodnodig heeft. Bedenk dat veel Walen nog het onderscheid moeten leren tussen plat-Brussels (dat verachten ze) en ABN (dat klinkt hun mooi in de oren).
Dr. v. E.